Malloot van de Mont Ventoux

“De Reus van de Provence keek die eerste dagen vanuit de hoogte op me neer, terwijl ik over zijn tenen fietste en ik keek regelmatig omhoog naar die kale top met gemengde gevoelens van verlangen en onzekerheid. Het leek of we bezig waren elkaar in te schatten.”

Wat bezielt iemand om de Mont Ventoux te beklimmen per fiets? En hoe gestoord moet je zijn om dat meerdere malen op een dag te willen doen? Vanaf het moment dat ik deze uitdaging vorig jaar (2015) op Strava voorbij zag komen wist ik dat ik een poging wilde wagen om lid te worden van de ‘Club des Cinglés du Mont Ventoux’, de club van malloten, die op één dag de beklimmingen en afdalingen van Bédoin, Malaucène en Sault hebben gedaan. De intrinsieke motivatie zal een combinatie zijn geweest van het feit dat deze berg sowieso nog op mijn bucketlist stond en dat dit een ideale gelegenheid was om weer eens een stevige uitdaging te volbrengen, die vergelijkbaar is met cyclo’s als de Marmotte of de Dolomietenmarathon. Een deelname aan deze cyclo’s is namelijk voor mij gezien het feit dat ze altijd in het eerste weekend van juli worden georganiseerd niet handig te combineren met mijn werk in het onderwijs. De uitdaging van de drie beklimmingen van de Mont Ventoux kan op iedere gewenste dag aangegaan worden, wanneer het mij uitkomt en wanneer het de Reus van de Provence schikt.

IMG_4263
De vereiste stempelkaart.

Dat laatste was ook van belang, zo zou blijken. Nadat ik de benodigde stempelkaart had aangevraagd en keurig thuisgestuurd had gekregen, een appartementje in Malaucène had geboekt voor de eerste week van mijn vakantie en vooraf de nodige kilometers in de benen had gewerkt, hing het van de nukken van de Ventoux af, welke dag tijdens mijn verblijf DE dag zou worden. De eerste dagen bleek de Reus een dusdanige mistral op zijn humeur te hebben, dat zelfs de organisatie van de Tour de finish niet op de top durfde te leggen, aangezien daar fietsers werden weggeblazen door windstoten tot 140 km/uur. In plaats daarvan trok men de streep bij het Chalet Reynard. Ik besloot tijdens die winderige dagen wat rond te rijden in de omgeving om enigszins te acclimatiseren en merkte dat het zelfs op de lager gelegen wegen moeilijk fietsen was. De mistral blies hard, zodat sommige afdalingen hetzelfde voelden als beklimmingen, omdat stevig doorgetrapt moest worden. De mistral was ook vlagerig, waardoor ik zo nu en dan zomaar een meter naar links of rechts opschoof als de wind plotseling van opzij kwam.

image
Links Karst vechtend tegen de wind en rechts de Kale Berg.

De Reus van de Provence keek die eerste dagen vanuit de hoogte op me neer, terwijl ik over zijn tenen fietste en ik keek regelmatig omhoog naar die kale top met gemengde gevoelens van verlangen en onzekerheid. Het leek of we bezig waren elkaar in te schatten. Een citaat van Hans Roelofs uit het boek ‘De kale berg’ (Lex Reurings & Willem Janssen Steenberg) spookte die dagen door mijn hoofd: “Ik weet dat ik haar alleen goed voorbereid mag benaderen, want anders wijst zij mij af. En terecht!” Ik had me voorbereid. Ik had ook de logistiek voor mijn drie beklimmingen uitgedokterd. Ik zou zodra het licht was starten in Malaucène en Karst zou intussen op de top de auto parkeren, die als voorraadpost dienst kon gaan doen. Boven kon ik dan telkens desgewenst kleding wisselen en voedsel en water inslaan. Na Malaucène zou ik achtereenvolgens de zijden van Bédoin en Sault doen en tenslotte weer afdalen naar Malaucène.

Ik vond het moeilijk om in te schatten hoe lang ik over een klim zou doen. Bij de Alpe d’Huez had ik in een zeer rustig tempo tijdens Alpe d’HuZes steeds zo’n uur en 40 minuten nodig gehad, maar dat was een klim van 14 kilometer met zo’n duizend hoogtemeters. Deze beklimmingen waren stuk voor stuk zeker anderhalf keer zo lang en zo hoog, dus een simpele rekensom bracht me op tweeënhalf uur per klim. Dat zegt echter weinig aangezien de profielen van al deze beklimmingen erg verschillend zijn. Het zou in elk geval een lange dag met mezelf gaan worden. En met de Kale Berg.

image
“Ik weet dat ik haar alleen goed voorbereid mag benaderen…”

Alsof de berg me toestemming gaf ging de mistral na een paar dagen plotseling liggen. Zondag 17 juli 2016 moest het gaan gebeuren. Het zou heet worden, dus ik koos ervoor om geheel tegen de Wielercode in te gaan klimmen met mijn Camelbak, om er zeker van te zijn dat ik genoeg zou blijven drinken, ook tijdens het klimmen. Een bidon met sportdrank, een tweede bidon met wat gereedschap en een jasje voor het afdalen. In de zakjes van mijn trui wat reepjes. Kleding, voedsel en water voor in de auto. De fiets nog een keer controleren en de wekker op vijf uur. “De Ventoux krijg je niet cadeau; je moet hem telkens weer veroveren” (Robert Aubéry). De wind was weliswaar gaan liggen, maar ik was er van overtuigd dat de berg het me niet makkelijk zou gaan maken. Malloot word je niet zomaar. Ik val in slaap met een nerveus gevoel van verlangen, spanning en vastberadenheid.

© ingefietst.nl

Meer informatie over deze uitdaging en aanmelden: Club des Cingés du Mont Ventoux
Praktische informatie: De Kale Berg

Verslagen van mijn Cinglé zijn gepubliceerd in mijn eerste verhalenbundel “Aanzetten” onder meer hier verkrijgbaar.

Beklimming 1: Malaucène-Top-Bédoin 
Beklimming 2: Bédoin-Top-Sault
Beklimming 3: Sault-Top-Malaucène

Een samenvatting van deze verslagen is met toestemming van de auteur gepubliceerd in “Wiel aan Wiel”, het clubblad van TC de Liemers.

8 reacties Voeg uw reactie toe

  1. Paul Broere schreef:

    Mooie verhalen Inge.
    Mag ik de foto waarop je het laatste kale stuk beklimt op de omslag van WaW zetten?

    Like

    1. ingefietst schreef:

      Ja hoor Paul, dat mag 🙂
      Je mag ook (delen van, want het is best lang…) de verhalen plaatsen als je wilt.

      Like

Ik nodig je uit om te reageren:

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s