Mijn bakje

Wielerbus had bedacht dat het wellicht handig was, dat de deelnemers van Wielerbus-On-Tour-Eerste-Editie-2017 zichzelf onderweg ergens konden bevoorraden tijdens de acht lange etappes van Italië naar Nederland en kwam derhalve met het ingenieuze bakjessysteem. In Bardonecchia kreeg elke deelnemer een eigen plastic bak met deksel, waar per etappe het een en ander ingestopt kon worden, dat handig kon zijn voor onderweg. Het speciaal voor deze taak aangeschafte zwarte busje, dat toen wegens het nog ontbreken van de bestickering liefkozend ‘The Black Pearl’ werd genoemd, stond vervolgens elke etappe op een strategisch punt, zodat deelnemers bij hun eigen spullen konden. Wielerbus regelde dat er in ‘The Black Pearl’ naast het verkrijgen van wat versnaperingen ook altijd vers water te tappen was.

img_7316
‘The Black Pearl’, mede-Wielerbussers en bakjes. Foto Cor Seijkens.
Het viel op dat de bakjes van de zes dames iets groter waren dan die van de heren, alsof men er rekening mee hield dat wij ook een make-up-tas, avondkleding en een föhn kwijt moesten. Ik geloof niet dat dit de reden was, maar het had er allemaal wel in gepast. De eerste etappe had ik in mijn bakje eigenlijk alleen een binnenbandje en wat reepjes gedaan, maar de wisselende weersomstandigheden leerden al snel dat ook een droog kledingsetje, toetenboeners, een poetslap en kettingsmeer handige zaken waren om ergens halverwege een rit bij te kunnen. Het systeem bleek wat mij betreft ‘the next best thing’ na zelf alles op je fiets meenemen.

bakjes
Deze bakjes staan geduldig te wachten en hebben daarbij een prachtig uitzicht. Foto Diana Kuijpers.
Al snel had ik een innige band met ‘mijn bakje’. Na de zorg voor mijn fiets werd ergens tussen de herstelshake en het douchen het opnieuw vullen van de plastic bak onderdeel van mijn dagelijkse routine. Afhankelijk van de weersverwachting ging daar wel of geen mouwloos shirt in, werd het assortiment reepjes en gelletjes aangevuld en stopte ik er voor mezelf iets in om me op te verheugen zoals een stroopwafel, een biologische notenreep, Pringles of een Snickers. Op die manier ontstond er op moeilijke momenten in de etappe steeds een bemoedigend verlangen naar mijn bakje, dat ergens halverwege de rit geduldig op me stond te wachten om me te belonen met iets lekkers en diverse gemakken als een droge broek of een vers gesmeerde ketting. Dit werkte geweldig en als zodanig enorm motiverend. Deze mentale afhankelijkheid had ook een keerzijde. Door omstandigheden miste ik ‘The Black Pearl’ met mijn bakje op de top van de Madeleine in de tweede etappe en in de etappe naar Bastogne, toen ik het toch al niet zo naar mijn zin had, stond het zwarte busje na veel meer fietskilometers dan ik gehoopt had. Ik kon me beide keren afdoende redden met alles wat ik nog in mijn wielertrui had, maar het ontberen van het schouderklopje uit mijn bakje zorgde toch voor een onaangenaam gevoel van teleurstelling.

Na acht etappes eenmaal aangekomen op de Cauberg haalde ik een tikje weemoedig mijn laatste spullen uit mijn bakje. Op de top van de Cauberg had ik me vol en leeg tegelijk gevoeld. Het lege doorzichtige stuk plastic met mijn naam erop deed me beseffen dat het nu toch echt voorbij was, dit bizarre avontuur. Je was onderdeel van alles wat me er doorheen gesleept heeft. Dag bakje.

© ingefietst.nl

2 reacties Voeg uw reactie toe

  1. Cora kuijpers schreef:

    Weer genoten van je verhaal. Hoe gaat het met je arm hersteld het allemaal naar wens? Groetjes van moeder van Diana.

    Like

    1. ingefietst schreef:

      Mijn arm herstelt prima. Hopelijk over 2 weken starten met fysiotherapie. Ook mijn been gaat vooruit. Er is voor de 2e keer vocht uit mijn ‘Morel Lavallee’ gehaald en dat was al aanzienlijk minder dan de vorige keer. Zittend slapen is wel een behoorlijke belasting, maar de pijn valt over het algemeen erg mee. Het is vooral een kwestie van veel geduld…!

      Like

Ik nodig je uit om te reageren: