“U bent vijfde,” zegt de dame in de UCI-tent als ze mijn startnummer invoert. Ik kijk haar verbaasd aan. “Volgens de website ben ik vierde in mijn categorie en we waren met zowat twintig rensters,” probeer ik het nog even. Maar zij houdt onverbiddelijk vast aan wat ze op haar laptop in beeld krijgt. “Inge, toch? Nee, het spijt me, echt vijfde en ik zie geen Q bij uw naam, dus ik mag u geen medaille geven.” Na ruim honderd kilometer wedstrijd, heb ik niet veel zin meer om nu nog te gaan strijden om een UCI-medaille bij deze aardige dame. Helemaal in haar eentje controleert zij voor zestienhonderd deelnemers geduldig één voor één of er een Q van “qualified” bij de desbetreffende naam verschijnt, het teken voor haar dat ze een UCI-medaille mag uitreiken. Ik besluit om naar de auto te gaan. Ik app naar huis dat ik klaar ben met fietsen, alles nog heel is en dat ik vierde of vijfde ben. Het is nog zo’n drie uur rijden naar huis.
Ik heb nog geen zin. Het is veel te vroeg, mijn week was veel te druk en te volgepland geweest om ervoor te zorgen dat ik er de aankomende week een paar dagen tussenuit zou kunnen naar het WK Gravel 2023 in Italië. Dit EK Gravel in Oud-Heverlee in België had ik aangevinkt als een soort generale repetitie, vooral omdat mijn categorie een wedstrijd zou moeten rijden van 104 kilometer, flink meer dan de ongeveer 75 kilometer in de andere kwalificatiewedstrijden uit de UCI Gravel World Series waaraan ik had deelgenomen. Dit was dus meer vergelijkbaar met de 94 kilometer van het aankomende WK. Dat het ook een Europees Kampioenschap was en een UCI-qualifier-wedstrijd voor het WK van 2024, hield ik me niet mee bezig. Geen tijd voor.
Het is namelijk allemaal nogal op het laatste moment. Een dag eerder erheen is geen optie, dus ik zal vroeg op moeten. De avond van tevoren bekijk ik op de website waar ik precies moet zijn en tot mijn grote schrik wordt er vermeld dat je niet met de auto moet komen, omdat er geen parkeerplaatsen zullen zijn nabij de start. Ook dat nog. Van dit soort fratsen krijg ik stress. Gelukkig heb ik geen tijd om in paniek te raken en ik zet maar gewoon het adres van de uitgifte van de startnummers in de navigatie. Eenmaal op weg bij een opkomende zon verdwijnt de tegenzin een beetje. Gewoon lekker trappen straks en genieten van het parcours nabij Leuven, waar in 2024 het WK Gravel zal zijn. “Heb je dat ook alvast gezien, mocht je je daar per ongeluk in deze wedstrijd of in het komend jaar nog voor kwalificeren,” zo bedenk ik me.
Als ik Oud-Heverlee nader, volg ik zo blond mogelijk mijn navigatie, totdat ik écht niet meer verder kan. Dat blijkt te zijn bij de straat van de start-finish. Vlak daarvoor kan ik links een omhooglopende straat in, waar de gehele berm tot parkeerplaats blijkt omgetoverd. Na een paar honderd meter kan ik mijn Caddy al kwijt. Dat was verrassend gemakkelijk. Ook mijn startbescheiden heb ik snel geregeld. Nummer op mijn trui, nummer aan mijn zadel, chip aan mijn fiets. Ik moet er toch eens aan denken om een schaar mee te nemen, voor de tie-wraps waarmee dit soort attributen altijd moeten worden bevestigd. Vooral de tie-wraps van de chip aan mijn voorvork steken hinderlijk uit. Eenmaal in het startvak vraag ik een dame op een bankje of ze toevallig een nagelschaartje in haar handtasje heeft. Dat heeft zij niet, maar haar man, die naast haar zit, blijkt er wel een mee te hebben. Dankbaar kortwiek ik de hinderlijke stukken plastic bij mijn voorwiel. Nu is het wachten. Een uur staan we in een druk en door de ligging in de zon tamelijk warm startvak gaar te worden.

Eindelijk mogen we fietsen! Ik heb helemaal niets van het parcours kunnen bekijken, maar volgens wat ik op de website gelezen en zojuist in het startvak gehoord heb, gaan we na enkele honderden meters meteen links een onverharde klim op. Voor mij zijn het twee lokale ronden door start-finish en dan een derde keer die klim, waarna ik nog een grote ronde zal moeten rijden. Bij elkaar 104 kilometer wedstrijd. Tijdens de klim voelt het heel slecht. Heb ik mijn benen in de auto laten liggen? Ik heb de indruk dat het gehele startvak me inhaalt. Ruim honderd rensters gaan tegelijk van start voor deze afstand. Het is behoorlijk druk. Ik herpak me snel en vind het gaspedaal. Wel gedoseerd, want ik heb geen idee hoe mijn lijf een gravelkoers van ruim 100 kilometer met de nodige hoogtemeters gaat vinden. Dat gaan we uitzoeken vandaag.
De eerste twee lokale ronden vermaak ik me prima. Het is veel op en af crossen door de bossen, wat grasland, een paardenbak, een sportveld. Ik vorm al snel een groepje met twee dames met een andere kleur nummer, waarmee het prima draait. Later sluit er ook nog een man bij ons aan. Tegen het einde van de tweede omloop valt het helaas uit elkaar, waardoor ik in mijn eentje de grote ronde in ga. Die ronde blijkt aanzienlijk saaier dan de lokale lussen. Minder bos, meer verhard, meer wind. Ik beuk enige tijd solo tegen de wind, totdat ik een man inhaal, die daarna een klein stukje met me wil samenwerken. We rapen nog twee oranje startnummers en een andere man op. Het is een gekke sfeer. We zijn nu met drie dames uit dezelfde categorie samen en we proberen alle drie om de andere twee kwijt te raken. Eén vrouw is super in afdalen, maar bij het klimmen komen we weer bij. De andere dame probeert het steeds als er een groepje voorbij komt om aan te haken. Ik ben duidelijk het sterkst op de kasseistroken en probeer het daar een keer. We blijven echter tot elkaar veroordeeld tot de laatste tien kilometer. Op een stuk met veel wind komt ons trio terecht in een andere groep, die vervolgens in stukken breekt. Ik kan het gat dichtrijden tot de Poolse en gebaar naar de derde oranje genummerde dame dat ze mijn wiel moet pakken. Ik wil het wel samen uitvechten eigenlijk. Ze schudt het hoofd. Voor haar is het klaar. Ik bijt me vast in het wiel van de Poolse, totdat ik de omgeving ineens herken. Blijkbaar is het laatste deel van deze grote lus hetzelfde als het laatste deel van de eerdere lussen. Dadelijk bij de paardenbak wordt het even smal. Vlak ervoor geef ik flink gas. Nu! Bijna vlieg ik uit de bocht bij de manege, maar ik bereik als eerste het singletrackje door het gras. Hierna nog een grindpad omlaag en dan over de straat met een bocht naar de finish. Ik kijk niet meer om. Gaan! Geen idee wat het waard is, maar het is voor nu gewoon even leuk. Hebbes!

“Kijk, je bent vierde!” laat Karst me de website zien, waarop ik een aantal uren geleden dat ook geconstateerd had. De uitslag is nu echter duidelijk verder bijgewerkt. Ik blijk 34ste van de ruim 100 tegelijk gestarte vrouwen en inderdaad 4e op dit Europees Kampioenschap Gravel in mijn leeftijdscategorie. En jawel, ook dat is bijgewerkt: achter mijn naam staat een duidelijke “Q”.
©️ ingefietst.nl

Één reactie Voeg uw reactie toe