Bastogne-Valkenburg | 161,1 km 2387 hm
‘Pang!’ Voor de laatste keer klinkt het mondelinge startschot. De slotetappe door de Ardennen via het Drielandenpunt naar Valkenburg is begonnen. Ik zit met gemengde gevoelens op mijn fiets. Ik heb zin in deze rit, maar straks is dit Wielerbusavontuur voorbij. Ook mijn lijf is verdeeld. Mijn rechterzitbot geeft duidelijk te kennen toe te zijn aan een paar dagen niet urenlang op een zadel, terwijl mijn benen niets liever willen dan trappen.

In een vrijwel compleet peloton verlaten we via een tot fietspad omgebouwde spoorlijn een druilerig Bastogne. Bij de eerste klimmetjes valt de groep uit elkaar. Samen met Diana weet ik aan te klampen bij een man of tien, maar we merken dat we telkens als het omhoog gaat een gaatje moeten laten vallen, dat we al afdalend weer dichten. Deze positie ‘aan het elastiek’ is tamelijk uitputtend. Ik hoop dat we dit volhouden tot de weg, die ik ooit tot de ‘Salm Express’ heb gedoopt: een grote weg, die kilometers vals plat afdaalt langs de rivier de Salm tot bij de voet van de Côte de Wanne, alwaar in Luik-Bastenaken-Luik het serieuze ‘Ardennenoffensief’ begint. Dat halen we net niet, maar eenmaal aangekomen op de Salm Express komen we toch terug bij de groep.
Het gedruppel gaat over in serieus regenen. Voor het eerst in deze etappekoers is de regen echt koud. Ik moet me goed concentreren, aangezien zowel het zicht als het wegdek erg slecht zijn. Een bijna-valpartij in de groep loopt goed af doordat er alert de berm in gestuurd wordt. Verrassend snel daarna draaien we bij het kerkje naar rechts richting Wanne. Ik kan nog net naar Diana roepen: “Schakelen!” want ik weet dat de klim meteen steil is. De regen gaat over in een natte neveligheid, die de omgeving mistroostig maakt en tegelijkertijd hult in een mystieke rust, die ik al harkend bij 12 procent enorm zit te waarderen.
De kletsnatte afdaling naar Stavelot vind ik verschrikkelijk. Bij een droog wegdek roept deze lastige smalle weg met onoverzichtelijke steile bochten al visioenen van ambulances bij me op uit de diverse toerversies van Luik-Bastenaken-Luik, maar onder deze omstandigheden moet ik wel heel hard zingen om me een beetje te ontspannen. Alsof het nog niet eng genoeg is doen ze er bij wijze van bonus tegen het einde van de afdaling een wegopbreking bij, een van de vele die we die dag zullen tegenkomen. We komen gelukkig allemaal heel beneden en via een vies steil rotklimmetje over gladde kasseien klauteren we Stavelot uit. In de buurt van Côte de la Vecquée krijgen we opnieuw wat koud water over ons heen. Ardennen zijn aanmerkelijk leuker bij droog weer.

De pauze van Wielerbus is tegenover een pannenkoekenrestaurantje, alwaar het de eigenaresse te veel werk is om daadwerkelijk pannenkoeken te gaan bakken, maar tosti’s en omeletten wel tot de mogelijkheden behoren. In diverse opzichten wordt het allemaal wat beter na deze pauze: een warme tosti doet me goed, ik voorzie mijn ketting van wat verse squirt en het lijkt erop dat het de komende uren even droog blijft. Ik word zelfs opgewarmd door een zonnetje, terwijl we vanaf Gemmenich via het Drielandenpunt Nederland binnenklimmen. Het fietsavontuur van 1300 kilometer zit er bijna op!
Er zijn echter nog een paar beproevingen in die laatste kilometers. Ten eerste zit ik me druk te maken over de Eyserbosweg. In mijn herinnering, die nog stamt van voor Strava aangezien er geen eerder geregistreerde pogingen van mij bestaan, is het beboste deel verschrikkelijk steil en vraag ik me af hoe ik daar na al die dagen fietsend boven ga komen. We slaan rechtsaf en al snel worden de stijgingspercentages behoorlijk, maar het gedeelte in het bos is veel sneller voorbij dan ik me van tevoren heb bedacht. Is dit het nou? Het stelselmatig overslaan van dit weggetje bij bezoekjes aan Limburg heeft er blijkbaar voor gezorgd dat deze klim in mijn hoofd mythische proporties heeft aangenomen. Alsof deze meevaller gecompenseerd moet worden volgens de “wet van behoud van ellende” blijkt een voor mij onbekende weg in de buurt van Wamel even gemeen steil en krijgen we nog een laatste hoosbui over ons uitgegoten, voordat we in Valkenburg de Cauberg opdraaien. Murphy’s Law geldt ook in Limburg.

Met een gevoel van euforie en een brok in mijn keel rijd ik samen met Diana de laatste meters van deze meerdaagse monstertocht. Het is ons gelukt: we zijn op de fiets in acht etappes van Bardonecchia in Italië naar de Cauberg gereden! Bij de bushalte wordt er geknuffeld, zijn er schouderklopjes en zoenen. Ik ben Wielerbus en alle Wielerbussers intens dankbaar voor dit avontuur. Ik voel me vol en leeg tegelijk. Vanaf januari al die voorbereidende kilometers. Deze acht intensieve dagen. Het is volbracht en het is voorbij. Terwijl we afdalen richting Le Baroudeur voor een afsluitend drankje dringt het tot me door dat ik deze van mijn bucketlist kan afstrepen en op mijn lijst met “weird cycling shit” kan bijschrijven, naast zaken als Alpe d’HuZes en de Cinglé du Mont Ventoux. Ik moet glimlachen als deze vraag zich aan me opdringt, nog voordat ik voor de laatste keer dit avontuur in mijn remmen knijp: “Wat zal ik nu eens gaan doen?”
Laurens van den Hoek maakte van deze laatste etappe de volgende video:
Pim, Robin, Hans en Florian bedankt voor de organisatie van deze geweldige fietservaring en al jullie goede zorgen. Medewielerbussers Albert, Renger, Koen, Ron, Jan, Harke, Jesper, Melle, Sjoerd, Ruud, Jaap Jan, Cor, Ellen, Eric, Ilona, Diana, André, André, Riccardo, Joris, Lotte, Brechtje, Rogier, Laurens, Gerjo, Jos, Jan, Arnoud, Sander, Ronald, André en Ward bedankt voor een plekje in het wiel, bemoedigende woorden, idiote opmerkingen, bizarre acties, prachtige foto’s, mooie filmpjes, goede gesprekken, absurde gesprekken, gezelligheid en de vele onvergetelijke fietskilometers van deze eerste editie van ‘Wielerbus on Tour’ 2017.
© ingefietst.nl
Één reactie Voeg uw reactie toe