Ik slaak een diepe zucht als ik een blik werp op mijn planning van het aankomend weekend. Los van het feit dat het niet handig was om me behalve voor de Gravel World Series bij het 3Rides Festival in Aken op de zaterdag óók nog in te schrijven voor de NL Gravel Series in Aalten op de zondag, heb ik het gewoon veel te druk met mijn werk. De examentijd is aangebroken. Ik heb geen mogelijkheid om net als bij de gravelrace in Valkenburg de dag ervoor al naar Aken af te reizen. Er zit niets anders op dan op zaterdagochtend om half vijf de wekker te zetten en de twee uur durende autorit op de wedstrijddag te doen.
Als dan ook nog op de vrijdag mijn hormonen voor een flinke migraineaanval zorgen, geef ik het lichtelijk op. Met een bonkend hoofd zet ik die vrijdagavond plichtmatig alles klaar voor de reis naar Aken. Ik weet dat ik spijt ga hebben als de hoofdpijn morgenvroeg over blijkt en ik in dat geval niks heb voorbereid. Ik wissel zelfs wielen en cassette, omdat ik bij Douwe Doorduin op Instagram een foto voorbij zie komen van een modderig parcours, waarop ik met de Gravel Grinders niet veel grip zal hebben. Ik besluit op de Grifo’s te gaan rijden, die nog op een wielset liggen van de cross, maar dan moet wel de 10-44 cassette overgezet, omdat ik op de steile stukjes rond Aken klein genoeg wil kunnen schakelen. Het voelt raar. Ik maak me druk, terwijl ik er op dat moment totaal niet in geloof dat ik over een paar uur onderweg zal zijn naar die wedstrijd. Als echter de merel in de boom naast mijn slaapkamerraam zijn gezang inzet, ben ik al een tijdje wakker. Geen hoofdpijn. Alles staat klaar. Opstaan, verse koffie mee, weg.

Net als in Valkenburg staan er ruim duizend renners aan de start en worden we opgesteld in leeftijdsgroepen. De verschillende categorieën gaan echter niet ‘en masse’ van start, maar met steeds enkele minuten tussenruimte. Wanneer ik eindelijk mag gaan fietsen, zorgt dit voor aanzienlijk meer manoeuvreerruimte dan in Valkenburg. We starten met een boel bochten in de grindbakken op het terrein van de CHIO in Aken. Ik heb er gelijk lol in: dit is een soort van mul zand rijden en ik merk dat ik daarvoor in de goede mindset zit vandaag. Ik kan dit! De nummers van mijn categorie zijn zwart deze keer en nog voor we het terrein af zijn weet ik twee van deze nummers in te halen en achter me te laten. Het volgende gedeelte is helemaal prima voor de Grifo’s waarop ik ben gestart: we moeten een aantal modderige grasstroken slechten en ik merk dat ik veel renners inhaal, omdat ik meer grip heb. Het hierop volgende klimmetje ontdek ik dat ik ook de klimbenen heb meegenomen, dus ik ga maar door met opschuiven.
Ik heb niet kunnen verkennen, maar ik weet dat we deze ronde van een kleine twintig kilometer vier keer moeten gaan doen. Het blijkt een leuk rondje. Behalve regulier gravel, die grindbakken en de grasstroken, zitten er een paar serieuze klimmetjes in, enkele modderige stukken, waaronder een paar glibberbochten, een deel door bos met mooie afdalingen en een paar stukken met serieuze kasseien. Als ik voor de eerste keer de finish passeer, reken ik uit dat een eindtijd onder de drie uur heel goed mogelijk is en ik besluit om daar in elk geval maar voor te gaan. Zo kan ik hopelijk voorkomen dat ik net als in Valkenburg een inkakmoment ga beleven. Ik vind het lastig om het gevoel van een wedstrijd vast te houden, als ik geen idee heb waar mijn tegenstandsters rijden. In de tweede en derde ronde passeer ik namelijk nog maar sporadisch een zwart startnummer.

Intussen geniet ik enorm. De cross-stukjes en de kasseistroken vind ik leuk. Eén klimmetje in het bos is best steil, maar vooral in de tweede ronde heb ik de ruimte om daarna lekker vlot af te dalen. Ergens op een wat open stuk boven heb ik een prachtig uitzicht over Aken en ik merk dat ik elke ronde heel even een blik werp. In mijn derde ronde wordt het weer wat drukker, omdat de kop van de koers me passeert, maar het blijft allemaal wat ruimte betreft goed te doen. Eten, drinken, doorfietsen; het gaat best prima allemaal. En dan passeer ik in de laatste ronde weer twee zwarte startnummers. Eentje achtervolgt me nog een tijdje, maar opeens ben ik haar kwijt. Ik heb geen idee hoe vaak ik in drukke delen misschien terug ingehaald ben, maar als ik tel hoeveel ik er zelf ben gepasseerd, lig ik nu ongeveer vierde in de wedstrijd van mijn categorie. Gemotiveerd trap ik de laatste kilometers. Nog even lekker racen door het grind en dan ben ik klaar. Tevreden passeer ik de eindstreep wanneer ik uitreken dat mijn eindtijd iets meer dan 2 uur en 50 minuten is, ruim binnen de drie uur die ik mezelf had gegeven. Gisteren zag het er absoluut niet naar uit dat dit vandaag zo tof zou zijn!
Als ik na wat bijkomen ontdek dat er ergens op een website live-tijden te zien zijn, ben ik wel nieuwsgierig: hoeveel zwarte startnummers heb ik achter me gehouden? Ik moet twee keer kijken, want ik schrik er een beetje van als het tot me doordringt: ik ben tweede in mijn categorie! Dat betekent dat het me gelukt is om zo’n prachtige UCI-medaille te bemachtigen. Ik ben best een beetje trots op mezelf. Die medaille mag ik op het podium gaan ophalen. Dat is eigenlijk wel wat onhandig allemaal, aangezien de uitreikingen helemaal aan het eind van de middag zijn gepland.

Ik laat het thuisfront weten dat ik nog enkele uren op de prijsuitreiking moet wachten: “Gefeliciteerd! Dat gaat vast prijzengeld opleveren zo’n podiumplek…?” Ik moet glimlachen: “Ik vrees dat dat alleen maar geld gaat kosten. Volgens mij ben ik nu ook gekwalificeerd voor het WK gravel en dat is in Veneto in Italië…” Terwijl ik dit zeg, dringt het pas goed tot me door. Als ik even later ter bevestiging de website er nog eens op nasla, zie ik dat er inmiddels inderdaad een ‘Q’ van ‘qualified’ achter mijn naam is geplaatst.
©️ ingefietst.nl

2 reacties Voeg uw reactie toe