Eigenlijk krijg ik niet helemaal mee hoe het precies begint, maar op de een of andere manier ontstaat voor onze ‘Longest Day Challenge’ van een paar jaar geleden een vervolg. Een clubgenoot introduceert het idee om afhankelijk van de wind van Maastricht naar Pieterburen te fietsen of vice versa, in één dag. En ja, dan wel graag de hele dag wind in de rug. Dit idee krijgt in totaal acht enthousiastelingen mee, die zowel de fietsuitdaging van bijna 400 kilometer als de logistieke uitdaging wel aan willen gaan.
Logistiek is het inderdaad een flinke puzzel. Eerst moeten we de dag van tevoren met de trein naar een hotel bij het startpunt. Hoe we van het eindpunt thuiskomen wordt opgelost als het plan zich ontvouwt om aldaar twee auto’s met fietsendragers vooraf te gaan parkeren. De spullen die we nodig hebben om te overnachten zullen we bij het ontbijt in een doos doen en door een pakketdienst weer thuis laten bezorgen. De wind maakt het ons ook niet eenvoudig om afspraken te maken. Na eerst wekenlang uit het noorden te hebben geblazen, laat een weer-app ineens een zuidelijke windrichting zien. Uiteindelijk wordt er voor de 18e juni 2023 een oostelijke wind verwacht.
Wat nu? Gaan we voor de hele dag zijwind? Of gaan we toch nog een andere lijn op de kaart tekenen? Of gaan we voor een route met begin- en eindpunt in Doetinchem? Er worden wat voorstellen in de app-groep gedaan, totdat onze creatieve routebouwer zijn uitgewerkte creatie van ‘dan maar een rondje’ presenteert: een prachtige cirkel op de kaart van bijna 400 km met begin- en eindpunt bij wielercafé ‘Parijs is nog ver’ in Doetinchem. Moeilijk te zeggen of het een mooie route is om te fietsen, maar de tekening op de kaart ziet er fantastisch uit. We gaan figuurfietsen. ‘The perfect Circle.’

Het is nog niet compleet licht als ik om half vijf mijn fiets buitenzet om naar het startpunt te vertrekken, dus ik knip nog maar een paar fietslampjes aan. Bij het viaduct op het industrieterrein komen me enkele fietsers tegemoet, die duidelijk een gezellige nacht achter de rug hebben. Als onze blikken elkaar kruisen zie ik dat zij vragen hebben bij mijn verschijning op dat tijdstip. Die heb ik zelf ook. Niet te veel over nadenken nu, de knop om. Misschien ga ik er 400 kilometer van maken vandaag en dan heb ik vooral een stevige mindset nodig en geen getwijfel over de zin van dit soort ritten. Acht fietsers; zes mannen, twee vrouwen en een cirkel op de kaart. Let’s do this. Het is vijf uur: we gaan!
Met zonnebril op is het nog best donker, maar gelukkig komt de zon ons snel helpen. De tegenwind is ook wakker, maar op dat moment nog alleszins te doen. Er wordt een steady tempo aangehouden en we doen allemaal netjes ons deel van het werk. We hebben een fijn stel mensen bij elkaar om dit mee te gaan doen vandaag. Dit draait prima! We hebben wat vervelende Duitse fietspaden en denderen dwars door een nog slapend Düsseldorf, maar de route is soms ook verrassend mooi. We rijden over rustige weggetjes in het groen, soms met slecht wegdek en een enkele keer trotseren we een serieus gravelstrookje. Op de klimmetjes richting Havixbeck, waar we onze eerste stop zullen houden, zit ik me uitstekend te vermaken. Ik heb wel prima benen eigenlijk, maar ik hou bewust in: doseren vandaag. Bij de bakkerij aan de koffie bedenk ik me dat we nu op een plek zitten, waar we normaal met de auto heen gaan om een route te rijden. Nu zijn we er op de fiets. Ik zal me dat vandaag nog vaker bedenken.
Langzaam gaan we nu de wind wat gunstiger krijgen en tekenen we de cirkel op de kaart verder naar het noorden. We passeren het gebied nabij Teutoburgerwald, alwaar ik me inderdaad weer bedenk dat ik daar ooit met de auto naar toe gereisd ben om een tocht te rijden. Je kunt er dus ook gewoon op de fiets heen. Tegen 190 kilometer bezoeken we opnieuw een bakkerij voor een korte stop. Het is tamelijk warm inmiddels. Ik doe mijn best om netjes een grote bidon leeg te drinken tussen twee stops in, maar het kost moeite. Als we Nederland weer binnenrijden hebben we er ruim 200 kilometer op zitten. Ik realiseer me dat ik dat niet veel meer gedaan heb de laatste tijd. En nu zijn we nog lang niet thuis. We stuiteren over Drentse keien. In de veengebieden hebben we een paar lange rechte einden, wat me op zich verbaast gezien de cirkelvorm die we aan het fietsen zijn. Ik ben blij dat ik deze taaie stukken met deze groep mag doen. Het voelt als teamwork naar de pannenkoeken in Dalen, het meest noordelijke punt van ons rondje.

De eerste ongemakken dienen zich hier en daar aan. Vooral fikvoeten, maar ook een lunch die retour wil. Het valt bij mij allemaal nogal mee. Het is de eerste keer dat ik op de Addict zo ver rijd en ik vreesde voor pijnlijke nek en schouders wegens de racehouding op die fiets, maar dat gaat eigenlijk best prima. Ik voel alleen mijn linkervoet een beetje branden, ik ben misselijk van de pannenkoek met cola en ik heb niet zo’n zin meer. Dat laatste is lastig, want het is nog zo’n 150 kilometer met voornamelijk wind tegen en dreigende regen. Bij een pontje in Wijhe zullen we nog één keer stoppen en in mijn hoofd wordt dat steeds belangrijker. We fietsen over hele mooie, maar smalle fietspaadjes door prachtige natuur, maar ik heb er op dat moment geen oog voor. Het steeds aanzetten door het voortdurende ritsen wordt zwaarder. Ik heb moeite om te focussen. Ik ben niet de enige. We moeten elkaar alert houden om geen ongelukken te veroorzaken. Kop erbij! Als iemand bij een wateroversteek bij Dalfsen per ongeluk tegen me zegt dat we nu het pontje naderen gaat het fout in mijn hoofd. Dat pontje en de bijbehorende stop laten nog tientallen kilometers op zich wachten, kilometers waar ik me met een bepaalde mate van chagrijn doorheen trap.
Weertechnisch is de timing van de laatste stop briljant. Juist als we ons op het overdekte terras hebben geïnstalleerd, besluit de regen dat het nu wel tijd is om even serieus los te gaan. Mijn misselijkheid is een beetje draaglijker geworden, zodat ik er wat te eten en te drinken in kan stoppen. Bij de eerste happen van mijn sportreepje kan ik mijn lijf bijna “dankjewel” horen zeggen. Ik voel precies waar in mijn lichaam de Rivella een poging doet het een en ander te hydrateren. Te lang gewacht. Stom, maar hopelijk nog op tijd voor de laatste snok naar huis.
Na het pontje is het weer mijn beurt voor een stukje kopwerk. De wind is nu tamelijk vervelend tegen, maar lijkt niet zo hard als voorspeld. Ik voel dat deze laatste stop me goed heeft gedaan. Met nieuwe brandstof erin, lijkt het of ik een paar min of meer frisse benen heb ondergeschroefd, maar ik kan vooral weer beschikken over een positief hoofd. Hop! Op huus an! Als het clubgenootje waar ik op dat moment naast fiets me attendeert op een seksboerderij rechts van het dijkje, is er zelfs een hersencel, die even overweegt of dergelijke activiteit überhaupt een optie is met mijn lijf in de huidige staat van vermoeidheid. Ja, we zijn er weer. En nee, het is geen optie.

We komen weer in bekend gebied. Intussen variëren de problemen in de groep van algeheel concentratiegebrek, nog steeds pijnlijke voeten of er zelfs volledig doorheen zitten tot een lege Wahoo. De frustratie van die laatste kan ik bijna proeven. Het plan om een klein stukje om te fietsen om er 400 kilometer van te maken, heeft zich inmiddels tamelijk verankerd in mijn hoofd. De kans dat ik dit heel binnenkort nog eens ga doen is niet zo groot, dus nu maar afmaken. Bij het bord “Doetinchem” hebben er zelfs nog twee energie voor een eindsprint. Zoveel enthousiasme kan ik niet meer opbrengen, maar ik stuur eenmaal de stad uit dapper nog een stukje tegen de wind in, zodat ik zeker weet dat de teller de 400 voorbij is als ik de inrit opdraai: bij 401,57 km druk ik op “stop”. Mooi rondje gefietst.
©️ ingefietst.nl
