De Alpe d’Huez en ik hebben wel vaker een goed gesprek gehad. Met al het verkeer en de warmte is het vandaag een zware klim. Maar daar ligt het niet aan. Het draait bij mij gewoon totaal niet. Ik moet me laten passeren door tamelijk wat deelnemers van deze Wielerbusreis in de Franse Alpen en ik kan niet anders dan het laten gebeuren. Als ik eindelijk in bocht zeven aankom, heb ik genoeg van mijn gehark. Ik stap af in de schaduw en ik maak een afspraak met de berg. Gabi stopt ook even bij me. “Soms moet ik ook gewoon even resetten,” vertrouwt ze me toe. Ja, zo voelt het. Een harde reset. Ook Pim stopt even. Beiden weten nog niets van mijn zojuist gemaakte afspraak met de berg, maar in mijn hoofd staat het vast: als ik terug ben van deze reis ga ik er direct mee bezig.

“Don’t ask questions you don’t want to know the answer to,” schiet even door mijn hoofd, maar dan stap ik dapper op de weegschaal. Ik kan me niet herinneren wanneer ik me voor het laatst heb gewogen, maar jarenlang was dat 63 kilo plus of min een kilootje. Zo af en toe woog ik me na een fikse rit, om te checken of ik genoeg vocht had aangevuld, of uit nieuwsgierigheid wanneer ik ziek geweest was. Aangezien mijn gewicht mijn hele volwassen leven een verschrikkelijk stabiel gegeven was, vond ik het niet zo boeiend om het vaak te controleren. Ik had het echter het afgelopen jaar wel gemerkt, vooral aan mijn kleding. Die zat wat strakker. Niet op een bepaalde plek, maar gewoon overal een beetje. Nu de hormonenstorm van de overgang wat lijkt te zijn geluwd, moet ik maar eens controleren waarom ik me niet meer thuisvoel in mijn lijf. Ik kijk naar beneden en schrik van wat ik zie op het display: 69,5 kg.
Het verklaart veel. Mijn strakke kleding. Waarom ik het heuvel op zo zwaar had in IJsland. En in de Alpen. Ik wil die extra kilo’s niet permanent aan mijn lijf. Ik heb geen idee of dit puur door de hormonen komt of dat ik stiekem toch veel meer heb gesnoept de afgelopen paar jaar. Mijn besluit staat vast. De timing is denk ik prima. Mijn hormonen lijken een nieuwe balans te hebben gevonden en over een week of zeven is het WK-gravel. Dat is een mooie extra stok achter de deur. Inge gaat op dieet tot het WK. En ook al ben ik geen diëtist; ik denk dat ik een goed plan heb.

Houd alles bij. Ik installeer de app van het Voedingscentrum op mijn telefoon en ik neem me voor om daarin alles bij te houden. Het feit dat ik alles wat ik in mijn mond stop moet noteren, blijkt direct effectief. Er gaat niets meer gedachteloos naar binnen. Ik sla sommige snacks af, alleen al omdat ik geen zin heb om die dan te moeten administreren. Om gewicht te verliezen moet ik een calorie-tekort creëren en ik besluit dat het voldoende is om zo’n 500 calorieën per dag onder het advies te gaan zitten. Ik houd wel rekening met mijn trainingen. Ik wil gewicht kwijt, maar geen conditie en spierkracht.
Voeding, geen vulling. Ik ga helemaal voor gezond. Geen alcohol, geen troep met toegevoegde suiker, geen onzin-eten en dus ook geen chocola. In plaats daarvan veel groente, fruit, noten en volkoren. Handige lunchbakjes gaan mee naar mijn werk, zodat ik me makkelijk aan mijn plan kan houden. Ik maak er met de app van het Voedingscentrum een sport van om zoveel mogelijk volgens de schijf-van-vijf te eten en om binnen de toegestane calorieën dagelijks alle noodzakelijke voedingsstoffen binnen te krijgen. Voor de zekerheid slik ik zo nu en dan een multivitamine voor de vrouw van 50+. Ik gun me af en toe wel een extraatje. Bij de pauze in een lange clubrit mag er één keer in de week gewoon iets lekkers bij de koffie bijvoorbeeld. Ik vertel mezelf dat ik het zo beter vol kan houden.
Drink water. Elke ochtend begin ik met een flink glas water voor mijn ontbijt. Ik doe met mijn leerlingen mee met trend en draag de hele dag op school een waterflesje bij me. Ik neem me voor dat er minimaal één leeg moet op mijn werk. Bij een gevoel van honger spreek ik met mezelf af om eerst naar de waterfles te grijpen en pas daarna naar iets te eten.
Ik kan er kort over zijn: mijn plan werkt. De kilo’s vliegen eraf. Bij de Houffa Gravel eind augustus ben ik al een paar kilo lichter. Het werkt heel motiverend dat het zich aldaar direct vertaalt naar betere klimprestaties en een algemeen beter gevoel op de fiets. Bij de Mergelheuvelland Tweedaagse in september ben ik inmiddels zo’n zeven kilo kwijt en voel ik me weer thuis in mijn lijf. Het voelt echt heel goed om met deze hervonden lijn de klimmetjes in Limburg te slechten. Goed ook om te merken dat ik wel lichter, maar niet minder sterk ben geworden. Tot het WK houd ik mijn zelfverzonnen diëet aan en zo sta ik uiteindelijk bijna tien kilo lichter en superfit in het startvak.

De Alpe luistert geduldig naar mijn gehijg en geblaas. “Het gaat niet echt lekker met je, hè?” lijkt de berg me belangstellend te vragen. “Nee,” beken ik. “Ik weet dat ouder worden komt met gebreken, maar in dit lichaam heb ik nu nog geen zin. Het past niet bij mij. Ik heb eigenlijk ook even gemist wanneer dit precies zo gekomen is. Het was er ineens. Ik was denk ik afgelopen jaren te druk met diverse overgangsperikelen, zoals onregelmatige menstruatie met soms heftige migraine-aanvallen, bizarre vergeetachtigheid, een paar losse opvliegers, maar vooral met periodiek depressief zijn…” Tijdens die klim op de Alpe realiseer ik me dat mijn gemoedstoestand inmiddels alweer enige tijd stabiel is. Ik heb weer een positief hoofd. Nu mijn lijf nog. “Het belangrijkste heb je dus weer terug. Dan kun jij de rest ook voor elkaar krijgen.” De berg heeft gelijk. Volgend jaar kom ik terug, zo beloof ik. En dan ben ik er weer.
©️ ingefietst
