Fietsen is gezond en niet erg blessuregevoelig. Fietsen is echter wel een balanssport en dat brengt een ander fenomeen met zich mee, waardoor veel fietsers tijden uitgeschakeld kunnen zijn: valpartijen. Toen ik motorrijles had werd mij verteld dat er twee soorten motorrijders zijn: zij die al eens gevallen zijn en zij die nog gaan vallen. Ik denk dat het ook zo is met fietsers. Iedere fanatieke fietser maakt het mee, het hoort erbij.
Vallen kan je op veel manieren gebeuren heb ik gemerkt. De meest suffe situaties zijn de valpartijen uit stilstand. Toen ik net klikpedalen had, heb ik mezelf een aantal malen ter aarde gestort, omdat ik simpelweg mijn voet niet los van het pedaal kreeg. In slow motion beleef ik dan het besef dat ik ga omvallen, kan eventueel nog beslissen of ik naar links of rechts zal kukelen en dan alleen nog het wachten op de aanraking met de grond. Meestal leveren deze situaties zonder al te veel snelheid ook niet zoveel schade. Ik kan me echter ook zes hechtingen in mijn knie herinneren door een val met nauwelijks snelheid bij een verkeerslicht. Hierbij viel een clubgenoot over mij heen en enkele seconden later konden we op mijn knieschijf kijken, omdat mijn knie, door als eerste op het asfalt te zijn, de doorgaande beweging van ons allebei had opgevangen en als een sinaasappel was opengepeld.
Bij een andere val uit stilstand is het me zelfs gelukt om mijn enkel te breken. Dit was op de MTB op een rondje Montferland vlak voor de zomervakantie van 2010. Er was veel mul zand en toen ik me achter Zeddam in het mulle zand dusdanig had vastgewerkt dat ik stilviel, kreeg ik mijn voet niet uit het pedaal. Ik viel onder mijn fiets, waarbij ik mijn enkel akelig verdraaide en deze enkel ving daarna mij en mijn fiets op. Ik ben weer op mijn fiets gestapt en heb nog een aantal heuveltjes aan de Kilderse kant gedaan om mijn fietsmaatje te achterhalen, die niet gemerkt had dat ik was gaan liggen, in de overtuiging dat mijn enkel ‘alleen maar’ verdraaid was. Dat viel vies tegen, toen ik de volgende dag er even naar liet kijken op de huisartsenpost en ik met het nodige gips mijn zomervakantie in ging.
Met wat meer snelheid zijn valpartijen toch wat spectaculairder. In de meeste gevallen leverden deze valpartijen met de racefiets het bekende asfalteczeem op: op diverse plaatsen is er enkele millimeters huid afgeschraapt, wat er vaak heel erg uitziet, maar wat vooral erg lastig is. Zij die het hebben meegemaakt herinneren zich vast ook het aan de wond plakkende beddengoed in de nacht, het dilemma van afdekken of juist niet en de enorme jeuk als het begint te genezen. Mijn meest stoere verhaal, dat ik kon vertellen bij een lijf vol schaafwonden, was een eindsprint tijdens de zomeravondcompetitie van de wedstrijdvereniging Groenewoud uit Nijmegen, waar ik eind jaren negentig een jaar of twee heb gefietst. Ik voelde dat ik van achteren werd aangetikt en met hoge snelheid schuurden we samen over het asfalt over de eindstreep. Gewonnen, dat wel.
Het zal de leeftijd zijn, maar botten breken bij het vallen is toch iets van de laatste paar jaar bij mij. Mijn meest memorabele val op de MTB was tijdens een afdaling in Italië in de buurt van Merano op de dag voordat we naar huis zouden gaan. Het was een mooi breed pad, maar wel met kleine losse steentjes. De afdaling was niet ingewikkeld, maar kende een paar scherpe haarspeldbochten. Ik ging voor één van die bochten vol in mijn beide remmen en gooide mijn fiets naar links. Toen sloeg het noodlot toe. Mijn voorrem bleef vastzitten en volledig volgens de wetten van de natuurkunde werd ik in duikhouding over mijn voorwiel gelanceerd en kwam met een enorme klap op mijn beide onderarmen en mijn kin terecht, met de fiets op mijn rug. Het is jammer dat niemand stond te filmen, want het resultaat was beslist youtube-waardig geweest. Bij opkrabbelen bleek ik niet meer op mijn linkerarm te kunnen steunen en eenmaal terug in Nederland ging ik weer met gips het ziekenhuis uit: elleboog gebroken. Ook heb ik nog dagenlang steentjes uit mijn kin gepeuterd.
Het hoort erbij, zo nu en dan een valpartij, maar het blijft een donkere kant van de sport, het afschuwelijke gekraak van materiaal als het gebeurt en het wachten op de dan meestal onvermijdelijke klap. De klap zelf doet vaak op het moment van vallen helemaal niet zoveel pijn als men zou denken, omdat het lijf vol adrenaline van de inspanning dit nauwelijks registreert. Het is dan ook niet om de pijn dat ik vlak na een val met wat meer angst op de fiets zit, maar het verschrikkelijke vooruitzicht om waarschijnlijk wekenlang niet te kunnen fietsen.
2 reacties Voeg uw reactie toe