De tijd dat ik wedstrijden reed bij Groenewoud in Nijmegen was een behoorlijk drukke periode in mijn leven. Ik combineerde de wielersport met mijn scheikundestudie. Ten tijde van dit verhaal was ik bezig met een fulltime stage bij de afdeling Biochemie, waardoor er van doordeweekse fietstrainingen niet veel meer terechtkwam. Welkom in een tijd, waarin er nog geen ‘bamilampen‘ bestonden om met je racefiets in donkere herfstavonden buiten door te trainen.
“maandag 18 oktober 1993
Gisteren heb ik het wedstrijdseizoen afgesloten met de koppeltijdrit in Asten. Volgens mij rustte daar een vloek op. F. en ik hadden namelijk de najaarscompetitie van Groenewoud op de zondagochtenden willen gebruiken om de vorm wat vast te houden, maar dat liep anders. De eerste zondag kreeg F. een lekke band en kwam ik niet vooruit wegens de zware pijnstillers van de kaakchirurg, die mijn verstandskies eruit gezaagd had. De week erna regende het meedogenloos, waardoor de koers werd ingekort en de derde zondag dàchten we al in Asten te moeten zijn, maar we hadden ons een week vergist. Heel bizar. Kom je daar, is er geen enkele andere fietser en is er in het café van de inschrijving een vogeltjesbeurs aan de gang. We hebben het tijdritrondje maar vast verkend en zijn vervolgens met een behoorlijk suf gevoel weer naar huis gereden.
Gisteren gingen we dan weer naar Asten, nu echter met een geblesseerd Ingetje. Ik vond het namelijk nodig om afgelopen donderdag bij het turnen met mijn voet tussen de veren van de minitrampoline te landen. Mijn enkel was vrijdagochtend nog dusdanig pijnlijk, dat er foto’s van gemaakt zijn. Gelukkig was er niks gebroken en zo zat ik gisteren dan toch op de fiets. Dat fietsen ging met die enkel beter dan lopen, maar aanzetten en het gehobbel over de klinkerweggetjes van het tijdritparcours waren een pijnlijke zaak. Intussen maakte ik me ook wat zorgen over onze trainingsachterstand. Het plan van de najaarscompetitie leek nogal mislukt en doordeweeks trainen was er nauwelijks meer van gekomen, doordat ik dagelijks pas na zessen klaar was met mijn stagedag en het inmiddels donker was tegen die tijd. Kortom, we maakten geen enkele kans op wat voor klassering dan ook en ergens voelde dat ook wel weer lekker: gewoon gaan!
F. en ik begonnen aan onze drie ronden en na nog even bijna een overstekende vrouw geraakt te hebben, waren we het dorp uit en in de wind. De eerste ronde liep bij mij niet lekker. Ik had last van mijn enkel, een gespannen gevoel in mijn buik en de gedachte dat dit bijna 11 kilometer lange rondje nog twee keer moest werkte ook niet opbeurend. De tweede ronde kon ik gelukkig al wat meer aanzetten en beter overnemen en al met al hebben we vrij constant gereden. In de derde ronde wilde ik in de laatste kilometers nog even echt volle bak aanzetten, maar bijna kotsend over de streep komen was het gevolg. We hadden een eindtijd van ruim binnen het uur en de gemiddelde snelheid zal ergens tegen de 37 km/uur zijn geweest. Toch nog.
Het was mijn eerste koppeltijdrit en hoe beroerd het ook ging, ik vond het erg leuk om te doen. Een mooie ervaring om binnen deze sport eens een echte teamprestatie neer te kunnen zetten. Ik zou iets dergelijks een volgende keer wel graag wat vroeger in het seizoen doen. Het voordeel van onze eindtijd was wel, dat het gelijk duidelijk was dat we niet de hele middag hoefden te wachten op een prijsuitreiking en lekker naar huis konden. Ruim op tijd om nog even gezellig met mijn broer naar de bioscoop te gaan.”
© ingefietst.nl