“De GOW in Enschede wordt georganiseerd door de Drienerlose studentenwielervereniging ‘Klein Verzet’ in samenwerking met de Hengelose wielervereniging ‘De Tubanters’. Er is in zeer goede samenwerking met de UT, een mooi, back to basics, parcours uitgezet van ca. 3000 meter. Een gevarieerd rondje met zowel singletracks in het bos als zware grasstroken. Back to basics is het uitgangspunt geweest van de organisatie. Geen kleedkamers, geen douchemogelijkheden, vijvers om de fiets in schoon te spoelen, geen VIP-tent of koek en zopie, in deze eerste editie is er gekozen voor pure koers.”
Wat precies bedoeld werd met ‘back to basics’ mocht ik meteen ervaren bij aankomst op het universiteitsterrein na een uur autorijden: ik moest zeer nodig plassen, maar er waren geen toiletten. Gelukkig vond ik een redelijk beschut hoekje nabij Cubicus, waar ik dankbaar was voor de plasrits en hard hoopte dat er geen cameratoezicht was op dat bewuste plekje.
Er stond een behoorlijk aantal vrouwen aan de start. Ik kwam ergens op de vierde of vijfde rij terecht en wist gelijk dat ik niet heel veel profijt zou hebben, van het feit dat ik zo geoefend had om beter te starten. Er waren amper honderd meters rechtuit in een relatief smal laantje, waarna het meteen linksaf het veld in ging. Ik vloog na het startsignaal direct tegen het achterwiel van mijn voorgangster, waarna ik met de rest van de dames op de laatste rijen niet veel anders kon dan geduldig wachten tot de prop vrouwen zich door die eerste bocht gewurmd had. Er ontstond achterin het peloton een melige sfeer, waarin zelfs geouwehoerd werd: “vrouwen achter het stuur” en meer van dat soort zelfspot over de koersende vrouw in het veld. Mijn zenuwen maakten plaats voor simpelweg zin: we gaan gewoon lekker crossen vandaag, het maakt toch allemaal niks meer uit.
Eindelijk was ik die eerste bochten door en kwam er een recht stuk, waarop ik gas kon geven. Ik kon een paar dames achter me laten, waarvan een enkeling er helaas weer in slaagde om me op het volgende bochtige grasgedeelte toch weer te passeren. De door modder spekgladde stroken, die wat tegen een helling aan lagen, gingen me eigenlijk best goed af. Ik kon merken, dat ik zowaar vaardiger werd op die crosser. Er volgde weer een recht stuk, waarop ik die dame, die me zojuist wist te passeren opnieuw achter me kon laten en dat wist ik zo te houden in het technische gedeelte dat hierna kwam.

Ik was bij het inrijden voor dit gedeelte wat nerveus geweest. Het was nogal modderig en bochtig, maar vooral waren er diverse mogelijkheden om bij een stuurfoutje een van de vijvers in te rijden, wat ik mezelf in alle onhandigheid gewoon zag doen. Dat viel alleszins mee. De eerste kuil vlak langs een vijver bleek niet ingewikkeld. Het daarop volgende haarspeldgedeelte met een plankje als hindernis lag weliswaar tegen het talud aan, waardoor zijwaarts te water raken tot de mogelijkheden behoorde, maar ook dat ging goed, inclusief een charmante sprong over het plankje. Aan de overkant van de weg had men nog wat bochten op een helling richting een vijver uitgezet, maar door terug te schakelen en op souplesse te rijden, wist ik mezelf daar best handig doorheen te wurmen. Het was wel even opletten bij enkele gladde boomwortels.
Hierna kwam een recht stuk een bos in, waar ik weer enkele vrouwen voorbij kon stuiven, voordat de smalle paadjes met dikke modder zouden komen. Ik reed hierbij midden door een plas, waarmee ik een argeloze wandelaar, die zich blijkbaar op het parcours bevond, verraste. “Sorry not sorry,” dacht ik hardop en ik merkte dat ik echt lol zat te hebben op die crossfiets. Het modderdeel en het daarop volgende serieuze klimmetje gingen ook prima.

Intussen was ik in een strijd verwikkeld met Joyce. Zij was als enige van de vrouwen, die ik onderweg had ingehaald, blijven plakken. Al stuivertje wisselend kwamen we steeds dichter bij een volgend groepje dames. Met nog een ronde te gaan kozen Joyce en ik allebei een ander spoor in het modderige gedeelte in het bos, waardoor Joyce een halve fiets voor mij het middelste spoor in gleed, waar ik met mijn gekozen traject ook naar onderweg was. Ik zag ons allebei al in de modder liggen, maar tegen elkaar aan hangend wisten we overeind te blijven. Ik vond dat we dat knap gedaan hadden. Joyce zat nu wel vóór me, maar dit zou ik de laatste ronde wel rechtzetten, had ik me strijdlustig bedacht. Helaas, dat ging niet door: op de streep bij het ingaan van onze laatste ronde werden we ingelopen door de nieuwelingenkoers en ons wedstrijdje in de wedstrijd was acuut over. We werden gesommeerd per direct te stoppen. Plaats 18 en 19 van 33 vrouwen.
We baalden enorm dat we eruit moesten, aangezien we de vrouwen vlak voor ons inmiddels bijna hadden bijgehaald. We vonden het ook nogal onbevredigend, omdat we zo’n lekker gevecht hadden samen, dat nu voortijdig was afgekapt. Ik had alles bij elkaar ontzettend heerlijk gecrosst vandaag en gelukkig bleef uiteindelijk vooral dat gevoel hangen. Ik had echt zitten genieten op die veldfiets en mezelf voldoende zeker gevoeld bij alle technische dingetjes, die dit parcours te bieden had. De krappe, gladde bochten op de grasstroken gingen best goed en op rechte stukken voelde ik macht in de benen. Ik ben niet in mijn pedaal blijven hangen bij het afspringen voor het plankje, ik kwam zonder problemen boven op het heuveltje en ik ben niet een vijver in gereden. Ik had nog wel een paar rondjes willen doen zo. Lekker!
© ingefietst.nl