NK Veldrijden 2020 “Beat everyone on the couch”

“…34 Vos… ” Het oproepen om te gaan opstellen is begonnen. Eerst worden de vrouwen met een UCI-ranking genoemd, daarna volgt de rest. Mijn naam zal als een van de laatsten worden opgelezen. Ik voel me op een vreemde manier bijzonder kalm, alsof het doodnormaal is dat ik een wedstrijd ga rijden met Marianne Vos, Ceylin Del Carmen Alvarado en Lucinda Brand. “… 21 Neijenhuis…” Ik schuif naar de opening in de dranghekken richting startvak. Terwijl een van de officials onder mijn jackje mijn nummer checkt, neemt een ander de maat van mijn banden om te controleren of ze de maximale breedte van 33 mm niet overschrijden. Ik mag door en positioneer me op de laatste rij, iets links van het midden. Bij de verkenning van het parcours had ik gezien dat we na deze tamelijk lange startstraat middels een vrij ruim uitgezette bocht naar rechts het veld zouden indraaien. Zoals bij drukke stationstrappen en skiliften verwacht ik dat de buitenbocht de meeste snelheid zal kunnen behouden. Er volgt een bijna gezellig gedoe met tasjes en jasjes doorgeven naar de zijkanten. De ouders van een van de rensters willen wel op mijn rugzak passen, waar ik heel erg blij mee ben. Een zenuwachtige stilte voor de start, waarin de speaker ons er nog even aan herinnert dat het om het rood-wit-blauw gaat vandaag. En we zijn weg!

Foto via Velozine

Ik start goed. Meteen tempo, geen inklikproblemen, mooi in het pak en ik kan zelfs een paar plekken naar voren schuiven. De bocht loopt zoals ik verwacht en ik ben blij met mijn keuze wat betreft mijn startpositie. Na de eerste schuine kant stroopt het bij een steile helling toch op en moet de hele achterhoede van de fiets. Bij de tweede schuine kant is het begaanbare pad smal en weer is het dringen geblazen. Enkele vrouwen proberen de lage route. Ik haal nog maar geen stunts uit en oefen mijn geduld. Als ik de benen heb, kom ik vanzelf op mijn plek, zo houd ik mezelf voor.

Als het veld een beetje uit elkaar trekt, blijk ik me in een groepje van zeven vrouwen te bevinden, die de eerste halve ronde onderling wel wat van positie wisselen, maar redelijk bij elkaar in de buurt blijven. De veelbesproken Carrousel van Camiel blijkt een ideaal object om te zien hoe het zit: alles wat ik voorafgaand aan mijn keerpunt tegenkom ligt voor me, alles wat ik na mijn keerpunt in het gezicht kijk, zit achter me. Een snelle telling leert me dat ik zeker vier vrouwen achter me heb op dit moment.

Foto Margo de Wit

Bij het inrijden en verkennen had ik het al gemerkt: vandaag beschik ik jammergenoeg niet over de set benen van de wedstrijd van vorige week, wat niet verrassend is na deze intensieve werkweek met veel staan. De grillige harde wind en diverse pogingen gaten te dichten zullen snel hun tol gaan eisen. Mijn gekwetste knie daarentegen is goed te doen; die voel ik met deze hoge hartslag alleen een beetje op de anderhalve trap die het parcours rijk is, wanneer ik op enkele steilere gedeelten met kracht mezelf naar boven moet werken en in het kleine stukje dikke bagger bij de materiaalzone. De rest van het parcours is het prima doortrappen. De regen, die mijn heenreis met de auto tamelijk vermoeiend had gemaakt, heeft Rucphen amper aangedaan. Het parcours begint na twee dagen koersen wel een beetje uit elkaar te vallen. Vooral in bochten met hoogteverschil is er over de ideale lijn vaak een gleuf ontstaan, waar precies een band in past. Er valt nog wel omheen te sturen, maar dat levert bizar ruime of juist ongemakkelijk krappe bochten op.

Intussen geniet ik tijdens mijn koers van de ervaring. Hoeveel publiek zal er staan? Ik vang behalve aanmoedigingen door bekende stemmen ook motiverende woorden op van onbekenden. Ik hoor flarden muziek en de speaker, die mededelingen doet over de kop van de vrouwenwedstrijd. In de buurt van de brugconstructie liggen plastic bekertjes op het parcours en ruikt het naar bier en patat. De diverse hindernissen kan ik allemaal aan, maar het gaat niet vanzelf vandaag. Ik mag nog een tweede ronde. De groep van zeven is uit elkaar gevallen. Ik heb een leuk wedstrijdje-in-de-wedstrijd met de deelneemster achter mij. Af en toe krijg ik de indruk dat ze wat verder achter me ligt, maar dan hoor ik haar weer in mijn wiel.

Foto Vic Geerlings

Als we bijna voor de tweede keer rond zijn hoor ik waar de kop van de wedstrijd zich bevindt. Ik verwacht dat ze ons binnenkort uit de wedstrijd zullen gaan halen. Volgens mijn inschatting gaan de koplopers me op ongeveer de helft van de komende ronde dubbelen. Bij de jurywagen blokkeren enkele officials de weg. Ik neem alvast wat snelheid terug in de verwachting dat ik door de mannen naar links of rechts door de hekken gestuurd zal gaan worden. Tot mijn verbazing gaan de mannen opzij als ik de finishlijn passeer. Niemand zegt iets. Ik ga mijn derde ronde in.

Even ben ik van slag. Mijn al behoorlijk leeggestreden lijf was al voorzichtig gaan juichen bij het idee dat ik zou moeten stoppen, terwijl mijn hoofd nog wel een ronde van dit evenement wilde genieten. Nu mijn hoofd nog een ronde mag, protesteert mijn lijf hevig dat het nog een ronde moet. Ik realiseer me dat het vooraf door mij gevreesde passeermoment in deze ronde werkelijkheid zal gaan worden. Het duurt hierdoor tot na de eerste schuine kant voordat ik weer op volle kracht aan het koersen ben. Kom op! Ik weet dat het zinloos is om me nu al druk te maken over het eventueel in de weg rijden van de aanstaande Nederlands kampioene, maar ik vind het lastig om los te laten.

Foto Vic Geerlings.

Het valt niet mee om me nog te concentreren. Ik maak veel stuurfoutjes. Twee keer kan ik me overeind houden, nadat ik in zo’n uitgesleten gleuf ben gegleden, maar de derde keer ga ik genadeloos onderuit. Ik raap mezelf en mijn fiets zo snel mogelijk weer bij elkaar. De dame achter me grijpt echter al snel haar kans en passeert me. Ik heb net de achtervolging op mijn mederenster ingezet, als een meneer uit het publiek me tamelijk bits maar wel duidelijk laat weten dat de koplopers in aantocht zijn: “Ga van het parcours af! Ze komen eraan!” Wat bedoelt hij precies met “ga van het parcours af”? In afwachting van wat gaat komen, fiets ik enige tijd tamelijk ongemakkelijk zo dicht mogelijk langs het doek. Dat valt nog niet mee in dit bochtige heuveltje-op-heuveltje-af gedeelte van het parcours. Moet ik even stoppen? Of moet ik echt van het parcours af? Het is toch niet de bedoeling dat ik mijn fiets en mijzelf over het doek tussen het publiek plaats? Enkele tellen later schiet Ceylin Del Carmen Alvarado snel voorbij en even later doen haar achtervolgers hetzelfde. Ik ben mijn eigen wedstrijd even helemaal vergeten. Hopelijk heb ik niemand gehinderd.

Ik ben in de Carrousel als ik de achtervolging op mijn voorgangster aarzelend weer inzet, terwijl ik me tegelijkertijd realiseer dat ik toch nog zeker twee rensters achter me heb, die ik kan voorblijven mits ik gewoon blijf doortrappen. Ik heb moeite met het vinden van een nieuw ritme en ik kan me niet meer goed focussen. Toch geniet ik van mijn laatste halve ronde cross. Bij nog een keer vaart maken om een rottig steil stukje op te dalen betrap ik me zelfs op een hardop “Woei!!” En door! Als ik bijna rond ben, maak ik echter een kapotte bocht te krap en glij ik nog een tweede keer onderuit. Het is wat dat betreft maar goed dat ik geen vierde ronde meer mag. De officials in de buurt van het startvak houden het dranghek voor me opzij en ik voeg me bij de andere uit de wedstrijd gehaalde rensters. Ik ben klaar.

Foto Vic Geerlings

Terwijl langzaam tot me doordringt wat ik zojuist heb beleefd, finishen nog twee rensters na mij. Wat was het gaaf! Ik was allesbehalve overtuigd of het wel een goed idee was om een NK te gaan rijden tussen al die toppers, maar wat ben ik blij dat ik me niet heb laten weerhouden. Ik kan iedere crossende amateurvrouw aanraden om alle hoongelach en goedbedoelde adviezen om het NK beter thuis vanaf de bank te gaan beleven in de wind te slaan. Gewoon doen dit! De amateurvrouwen hebben nu eenmaal geen eigen wedstrijd, maar onderling hebben we er een leuk achterhoedegevecht van gemaakt, waar ik echt van heb genoten, net als van al dat publiek. Ik hoop dat ik volgend jaar via ‘mijnknwu’ weer het mailtje mag ontvangen: “Hallo! Je bent goedgekeurd voor deelname aan NK veldrijden.”

©️ ingefietst.nl

Uiteindelijk werd ik 32e overall en 10e amateur.