Vaak zeg ik tegen wie er naar vraagt, dat ik zo’n 25 jaar fiets en toen ik deze vakantie in een kast op oude dagboeken stuitte bleek dat ik in 2014 daarmee exact de waarheid sprak, daar ik in die geschriften terugvond dat ik mijn eerste racefiets in het voorjaar van 1989 had gekocht. Deze racefiets was eigenlijk een merkloze oude sportfiets, waar de bagagedrager vanaf gehaald was met 10 versnellingen, die ik met shifters aan mijn frame in de goede stand moest zien te gokken. De trappers hadden geen toeclips, maar wel metalen ribbels tegen het eraf slippen en waren voorzien van reflectoren. Toen ik een jaar later inmiddels volledig bevangen door het fietsvirus mezelf een echte racefiets veroorloofde bleef deze oude sportfiets dienst doen als een soort veldfiets in de winter.
Het is nu haast niet meer voor te stellen, maar in het Montferlandse bos mocht je toen gewoon overal fietsen, vooral omdat nog vrijwel niemand dat deed. Er was nog geen mountainbikeroute, omdat mountainbikes nog amper bestonden en de eerste ATB’s kwamen voorzichtig opzetten. Uit die tijd komt het nu volgende dagboekfragment, wat me in het jaar 2014 waarin de Montferlandtocht van TC de Liemers en ATB-club De Pedaleur haar 10-jarig jubileum viert wel aardig leek om met jullie te delen.

“6 januari 1992
Gisteren heb ik zowaar mijn eerste veldtoertocht gereden. Het was echt veldrittenweer (regen, nat modderig), maar dat weerhield mij er niet om te gaan. F had iets minder zin, maar ging toch mee, wat ik wel zo gezellig vond. Ik wilde toch minstens één veldtocht gereden hebben deze winter en welke is dan leuker dan degene die ongeveer in mijn achtertuin wordt gehouden!? TC de Liemers uit Zevenaar organiseerde namelijk een toertocht vanuit de kantine van voetbalclub ’t Peeske door de Montferlandse bossen. De tocht was 35 km lang en voerde ons via zandwegen, die alsmaar blubberiger werden door het bos kriskras van Beek naar Stokkum, Zeddam en Kilder om maar vooral aan 35 km te komen en zo ongeveer alle heuvels te hebben gezien.
Het was leuk, dat spelen in de modder en angstwekkende afdalingen met wegslippende banden. Minder leuk was het feit dat ik beperkt ben in mijn tandwielen, zodat ik soms moest afstappen en lopen wegens het feit dat ik niet een tandje kleiner kon gaan. Minder was ook dat F wat achter zijn contactlens kreeg, deze uit moest doen en vervolgens liet vallen… Oeps… Hoe vind je een lens terug in de modder de en waterplassen?? Geen idee, maar wij deden het. Hij was echter te zanderig om weer terug in het oog te stoppen, zodat de lens de rest van de reis in mijn portemonneetje heeft doorgebracht.
Onderweg werden we getrakteerd op soep, wat vooral een warm genot was en daarna was het nog zo’n 15 km naar Beek. De laatste heuvel was een alternatieve Peeskesbultbeklimming, wat voor ons vooral een inhalen van mountainbikes was. Deze ATB’s hebben wel voordeel bij afdalingen en erg modderig terrein wegens de tractorbanden, die erop gemonteerd zijn, maar niet al te steil bultop en vlakke weg is toch onze crossbike troef. Bij steile stukken kunnen die mountainbikes dan zo klein geschakeld worden, dat wij ze met de fiets op de nek lopend (als echte Adrie-van-der-Poels) toch voorbleven.
Bij het voetbalveld kon de fiets afgespoeld worden, maar gezien de vele wachtenden voor ons besloten wij om dat maar bij mij thuis te doen. Hierna moesten we zelf ook nodig afgespoeld worden. Het was erg leuk om een keer gedaan te hebben, voor herhaling vatbaar!”
© ingefietst.nl
Inmiddels heb ik mijn oude race/crossfiets allang niet meer en rij ik de vaste route in het Montferland regelmatig op mijn MTB. De crossfietsen lijken wel weer aan populariteit te winnen. Inmiddels heb ik in de zomer van 2016 weer een cyclocrosser aangeschaft en zijn mijn veldrijdavonturen te volgen onder het tabblad “cyclocross“.
(Dit artikel is ook gepubliceerd in het clubblad “Wiel aan Wiel” van TC de Liemers)
2 reacties Voeg uw reactie toe