
Bij de clinic voor de beginnende mountainbikende vrouw op het “Onbike Spring Event” bij Kapsalon Cor in Didam krijg ik deskundige hulp van clubgenote Liek, die door haar achtergrond als bike-instructor bij de politie zelf bijzonder handig is op die fiets, maar ook beschikt over de nodige capaciteiten deze vaardigheden op anderen over te brengen. Ik regel voor de clinic de inschrijvingen, motiveer alle organiserende partijen van het Event om wat leuks voor de dames in een ‘goodiebag’ te doen en verken het te gebruiken terrein. Via clubgenoot Marco krijg ik allerlei materiaal te leen voor de clinic, waaronder pionnen en hondenspeeltjes met een piepje, die op plankjes zijn vastgemaakt. Naast de behandeling van een aantal basisvaardigheden, die ik zelf in principe voldoende beheers om over het algemeen zonder brokken een mountainbikeparcours te volbrengen, zijn Liek en ik ook van plan om een beginnetje te maken met het aanleren van de bunnyhop, waarbij de hondenspeeltjes van pas komen.
Op de een of andere manier heb ik mezelf ooit al eens eigen gemaakt hoe ik met twee wielen tegelijk een lift-off kan creëren, maar de in de video als “American bunnyhop” aangeduide sprong lijkt me ook erg gaaf om te kunnen. De oefening om de bunnyhop aan te leren valt uiteen in drie delen.
1. Eerst oefenen we om het voorwiel van de grond te krijgen. Dit gaat niet als je gewicht boven je stuur is, dus daarvoor moet het gewicht naar achteren worden gebracht. Aangezien dit een vaardigheid is, die ik al sinds het fietsen naar de middelbare school beheers om stoepjes te nemen, heb ik dit deel redelijk snel onder de knie op de mountainbike.
2. Daarna oefenen we het optillen van het achterwiel. Daarvoor moet het gewicht juist naar voren en je beweegt daarbij de tenen naar beneden, zodat je een soort opschepbeweging kunt maken met je voeten. Het is daarbij niet de bedoeling om met behulp van je klikpedalen het achterwiel omhoog te trekken, maar je kunt zo wel valsspelen. Ik moet mijn best doen om met mijn voeten de juiste beweging te maken, terwijl ik mijn gewicht naar voren verplaats. Ik vind dit lastig. Die gewichtsverplaatsing voelt in eerste instantie wat tegennatuurlijk, alsof ik over mijn stuur ga duiken, wat ik normaalgesproken zoveel mogelijk wil voorkomen.
3. Daarna kunnen beide bewegingen worden gecombineerd, waarbij dus het gewicht eerst naar achteren en dan naar voren wordt verplaatst. Ik kan springen! Om het piepbeest of de tak niet te raken is naast een goede uitvoering ook de timing van belang en dit is nog wel een dingetje, maar ik merk dat ook dat beter gaat met oefenen. In theorie behoort het tot de mogelijkheden deze beweging tot Mathieu-van-der-Poel-achtige hoogten te verheffen, maar daar ben ik in de praktijk van die eerste middag, toen we na het rijden van de route in Rijssen samen doornamen wat we met de dames in de clinic zouden doen, nog niet helemaal aan toe gekomen.

Ik had niet verwacht dat het zo leuk zou zijn om een dergelijke clinic te organiseren. Het enthousiasme van de deelnemende dames maakte het tot een heerlijk anderhalf uur, waarin ik eerst, terwijl Liek iedereen goed op de fiets zette, druk was met losser draaien van te strakke klikpedalen. We oefenden balans, al fietsend op- en afstappen, kijktechnieken en namen enkele spannende paadjes. Uiteindelijk oefenden we ook de bunnyhop met behulp van de hondenspeeltjes en ik vond het super om het enthousiasme te zien. Het is enorm kicken om te merken dat je vooruit gaat en dat op een bepaald moment dingen beginnen te lukken. Ook aan volwassen vrouwen ontlokt een sprong over een hondenspeeltje zonder gepiep een hartgrondig “Yes!!”
De dames proberen voor de eerste keer de beide bewegingen te combineren.
© ingefiets.nl