Tijdrit

“Welke tijd wil je neerzetten?” vraagt mijn collega belangstellend. Daar heb ik nog niet echt over nagedacht. “Ik hoop dat ik 33 a 34 gemiddeld kan rijden,” hoor ik mezelf antwoorden. Dat hoop ik inderdaad, maar ik geloof mezelf nog niet echt als ik die woorden uitspreek. De laatste keer dat ik solo een dergelijk gemiddelde produceerde over 40 kilometer is denk ik op mijn Strava niet terug te vinden en ook een groepsrit, waarbij ik met zulke getallen thuiskwam, is al enige tijd geleden.

In de zomer van 2015 werden we gedwarsboomd door het weer, dat met een temperatuur van bijna 40 graden Celsius ervoor zorgde dat de triatlon van Didam werd afgelast. Het duurde daarna even, voordat we weer een geschikte kwarttriatlon hadden gevonden die bij ons alle drie in de agenda paste, zodat we ons briljante plan om in estafettevorm deel te nemen zouden kunnen uitvoeren. Op Vaderdag 2017 in Aalten moest het dan gaan gebeuren. Op de een of andere manier was ik tamelijk gespannen voor onze recreatieve sportieve uitspatting. De onbekendheid met het fenomeen zal ongetwijfeld een rol gespeeld hebben. We zouden een enkelband met een chip moeten doorgeven in daarvoor speciaal ingestelde wisselzones. Misschien kwam het door mijn ervaring bij de Red Bull kop-over-kop, maar ik had al gedroomd over hoe wij met een talent voor chaos elkaar kwijtraakten in zo’n zone en hoe ik verdwaalde op het fietsparcours. Deze ongerustheid was nergens voor nodig: het was ontzettend overzichtelijk, goed georganiseerd en het fietsparcours was netjes uitgepijld.

cropped-Header-2017-1

Een ander deel van mijn zenuwen werd veroorzaakt door het feit dat ik geen idee had hoe ik mijn te leveren fietsprestatie moest inschalen. Ik had voor Bardonecchia inmiddels heel veel duurkilometers en de nodige krachttraining in de benen gewerkt. De ruim veertig kilometers, die ik voor mijn team te fietsen had, vormden een individuele tijdrit. Hiervoor was snelheid noodzakelijk, waarop ik al in geen tijden getraind had. Een paar weken voor de wedstrijd bouwde ik uit pure zenuwen enkele piramidetrainingen in en schafte ik me een ossenkopstuur aan. Voor het eerst van mijn leven op zo’n stuur gaan liggen met een laterale wind van minstens 5 Beaufort was overigens een tamelijk verontrustende ervaring, die zorgde voor een steile leercurve. Uiteindelijk durfde ik ook bij verkeerdrempels, hobbelige klinkers en niet al te scherpe bochten te blijven liggen.

IMG_6855

Als ik van onze zwemster keurig de kletsnatte band met de chip om mijn enkel heb gekregen, kan mijn deel van het avontuur beginnen. Vier rondes van iets meer dan tien kilometer elk heb ik af te leggen en aangezien ik, behalve van een kaartje, de route niet had kunnen verkennen, heb ik bedacht om de eerste ronde daarvoor te gebruiken. De praktijk laat me echter gelijk uit de startblokken knallen, aangezien ik de spanning kwijt moet. Ik wil iedereen voor me zo snel mogelijk inhalen! De route is goed aangegeven, maar ik ben heel blij met de extra mensen, die bij de vele scherpe bochten aanwijzingen staan te geven. Het frustreert me dat ik nauwelijks snelheid heb de eerste paar kilometer. Bij ronde twee krijg ik door dat dat komt omdat de weg in dat deel enkele procenten omhoog loopt. Al snel zit mijn hartslag hierdoor waar hij moet zijn: op de drempel. Strategie: ruim een uur in het rood rijden en dan maar zien wat dat brengt.

IMG_6893Ik haal de eerste ronden veel renners in en dat motiveert enorm om gas te blijven geven. Ik blijf zoveel mogelijk netjes op de ossenkop liggen en probeer iets te zoeken dat nog zeker drie ronden te doen moet zijn. Dat is best lastig, aangezien het parcours tamelijk onregelmatig is met veel draaien en keren gecombineerd met een klein beetje hoogteverschil. Snelheid is hierdoor geen goede graadmeter, aangezien sommige stukken rond de 40 gaan, maar er ook delen zijn waar ik amper harder ga dan 30. Mijn hartslag, adem en algehele gevoel blijken echter prima bruikbare parameters. Na een ronde is de diesel op stoom en voelt het alsof ik op de mountainbike een rondje Montferland op tempo aan het doen ben of als een wedstrijdje van de GOW. Dit hou ik vol!

Met piepende longen en pijn in de benen zit ik te genieten van ‘hard fietsen’. De laatste ronden kom ik steeds meer terecht tussen renners met gelijke snelheid, wat me blijft motiveren. Een renner in de verte, die ik maar heel langzaam nader, blijkt een perfect richtpunt en een man, die ik voor de zoveelste keer terug inhaal wil ik nu eindelijk eens vóór blijven. Dat lukt. De allerlaatste ronde probeer ik of er nog wat extra in zit, maar veel is het niet. Ik heb mijn race goed ingedeeld. Ik dender liggend op mijn stuur nog een keer over de klinkers bij de Slingeplas. Ineens dringt het tot me door dat ik morgen moet werken. Ik moet glimlachen om deze plotselinge landing in de realiteit. Gedurende de hele tijdrit was ‘hard fietsen’ het enige belangrijke in mijn wereld geweest. Ruim een uur geestelijke vakantie van examens, herkansingen, bosbranden en terroristische aanslagen. Wielrennen is heilzaam. Nadat ik de fiets in de stalling heb gehangen mag ik rennend op mijn fietsschoenen door de wei naar onze loopster, om de enkelband door te geven. Ik voel me dik tevreden over mijn bijdrage aan onze teamprestatie en als ik later de cijfers te zien krijg, wordt mijn gevoel bevestigd: 1 uur en 13 minuten over bijna 42 kilometer; ruim 34 kilometer per uur gemiddeld. Daar had ik wel op gehoopt, maar niet op gerekend. Deze ervaring smaakt naar meer!

© ingefietst.nl

 

 

 

 

 

 

Ik nodig je uit om te reageren:

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s