Het lijkt of opeens de nacht is ingevallen, zo donker wordt het in het bos. In de verte is gerommel hoorbaar. “Nog drie kilometer!” roept een klein meisje me toe, terwijl ik met toch inmiddels enige moeite over de slingerpaadjes stuur. Alweer boomwortels. Daar heb ik nu echt geen zin meer in. Vooral mijn ribben protesteren als ik een slechte lijn kies. Tot twee keer toe mis ik een pijl. De scherpte is er wel af, maar ik wil toch een beetje blijven doortrappen om voor het onweer gefinisht te zijn. Ik voel me enigszins opgelucht als ik over de grindpaadjes van het Landal Park “Het Land van Bartje” rijd. Het moet me lukken! Bij wijze van finish rijd ik het podium in de trailer op en weer af. Ik hoor dat mijn naam wordt omgeroepen door de speaker. Inge is binnen! Ik krijg een medaille, twee muntjes en een flesje kettingwax aangereikt. Net als ik voor de munten iets te drinken en een bord lasagne heb gescoord, barst het onweer los. Het finishterrein krijgt een flinke windvlaag en een bak water over zich uitgestort, waardoor alle aanwezigen besluiten dat die anderhalve meter nu even minder belangrijk is dan een schuilplaats. Ik vind een plekje waar ik min of meer droog en veilig mijn versnaperingen kan nuttigen en zicht heb op mijn CruX. “Heb jij dáár die 203 kilometer op gedaan!?” Deze vraag, uitgesproken met verbazing en ontzag, maakt me op dat moment toch een beetje trots. “Ja.”

Het was niet mijn oorspronkelijke plan om Bartje200 op de crosser te doen. Het was eigenlijk helemaal niet mijn plan om aan deze ultramarathon mee te doen. Een fietsmaatje wilde deelnemen en omdat zij wist dat ik al eens Drenthe200 had gedaan, vroeg ze of ik zin had om met haar mee te gaan. Geen idee hoe het een en ander zich in deze coronatijd zou ontwikkelen, maar het leek me wel mooi om weer eens mee te doen aan een evenement. Samen met haar zou dat vast een toffe fietsdag worden. We schreven ons in en begonnen samen aan de voorbereiding. Dat verliep niet heel soepel. Mijn Epic leek er niet zo’n trek in te hebben. Na een kapotte achterdemper kreeg ik achtereenvolgens nog een lekke rem, gebroken ketting en een zakkend zadel te verduren. Mijn mountainbike wist vrijwel elke rit iets anders te verzinnen om de training te saboteren. Toen sloeg twee weken voor het evenement het noodlot toe. Een prachtige dag met onze club eindigde met mijn fietsmaatje in de ambulance, omdat twee blonde vrouwen in een rode Corsa door een verkeerd ingeschatte inhaalmanoeuvre frontaal op onze groep kwamen inrijden. We vestigden denk ik het officieuze record “ritsen” maar konden hiermee niet voorkomen dat mijn fietsmaatje uit balans raakte en genadeloos hard ten val kwam. Onze blik van verstandhouding toen ze door het ambulancepersoneel werd gecheckt, sprak voor zich. Diverse schaafwonden, een gekneusde pols en een gebroken rib betekenden geen Bartje voor haar. De dames in de Corsa zijn doorgereden.
Voor mij brak een periode aan van veel twijfelen. Misschien zouden we een vervangster kunnen vinden, die ook haar startnummer zou willen overnemen? Hoe dichter de datum naderde, hoe duidelijker het werd dat ik alleen zou moeten gaan. Of niet. “Bartje 200 is een MTB-uitdaging, maar je mag ook meedoen op een cyclocrosser of gravelbike,” aldus de organisatie. Ergens in de laatste dagen voor het evenement nam ik hierdoor het besluit: als ik het dan toch alleen moet gaan doen, dan ook maar op de CruX. Het twijfelen ging wel door, maar nu over de te kiezen banden. Tot tien minuten voor de start stond ik nog mijn wielset te wisselen, omdat me de Grifo’s bij nader inzien toch beter leken dan de Pathfinders, aangezien het de nacht ervoor ineens flink had geregend. Via het ventiel voegde ik snel nog wat wat extra ‘Joe’s No-Flats’ toe, omdat van deze set de voorband wat leegliep. Zeldzame voorbereiding.

Ik sta op tijd in het startvak van de zevende wave. Het voelt of ik met een galajurk naar de bedrijfsborrel ben gekomen. Iedereen om mij heen heeft een mountainbike mee. Toch gaat ergens in dat startvak de knop om. Ik heb er zin in. Eindelijk weer eens een fietsevenement! Het is geen wedstrijd. Als ik daaraan had willen deelnemen, had ik mijn inschrijving bij het verplaatsen van de datum moeten omzetten, maar toen zag mijn geplande deelname er nog heel anders uit. Het wordt nu gewoon een lange fietsdag over prachtige onverharde paden en paadjes in Drenthe, samen met mijn CruX. En met ruim 2000 andere deelnemers.
Meteen na de start merk ik dat ik op de crosser een iets ander ritme heb dan mijn omgeving. De rechttoe rechtaan gravel- en zandpaden, de stroken met Drentse flinten en vooral in het begin de flinke stukken asfalt voelen alsof ik gevangen zit achter landbouwverkeer, terwijl de eerste singeltracks met veel boomwortels en kuilen me laten weten dat dit echt prettiger is met wat vering op je fiets. Ik kom door op de rechte stukken wat gas bij te geven al snel in het prettige niemandsland tussen de zesde en zevende wave, waardoor ik op zoek kan naar mijn eigen tempo. De slecht lopende hobbeldebobbel-singletracks zijn gelukkig in de minderheid. De route blijkt voor mij op de crosser een prima mix van stukken mountainbikeroute, waarop ik me goed moet concentreren op de te rijden lijnen en van stroken zand, gras en modder, waar vooral gewoon doorstoempen aan de orde is.

Dat ik me ook op die laatstgenoemde stukken moet blijven focussen, daar word ik pijnlijk aan herinnerd als ik mezelf bij het wisselen van ‘rijstrook’ over een richeltje lanceer en keihard op mijn linkerflank land. Ik voel dat ik mijn shifter in mijn ribben heb gekregen en ik heb wat schaafplekken, waarvan eentje op mijn elleboog, die tamelijk bloedt. Een man die ik die dag door ons vrijwel gelijke tempo vaker heb teruggezien, stopt om me te checken en vraagt of ik een pleister wil. Ik bedank voor die pleister, maar ik vind het wel heel tof van hem dat hij even stopt. Er is sowieso een tamelijk prettige sfeer onderweg. De organisatie heeft verzocht om wegens de anderhalve meter in deze coronatijd op de singeltracks niet in te halen. Ik merk dat de meeste deelnemers hier gehoor aan geven. Een enkele keer gaat een voorganger even opzij als hij merkt dat ik al een tijdje achter hem zit en zo ga ik ook een paar keer bij gelegenheid aan de kant wanneer ik hoor dat er snelverkeer nadert.
Intussen zit ik me uitstekend te vermaken. Vooral op het stuk over heide met zandvlakten zit ik enorm te genieten van zowel de omgeving als hoe het voelt op mijn fiets. Van elke zandbult maak ik in mijn hoofd een zandstrook in een veldrit en bij de singletracks oefen ik heel bewust het ‘lijntjes tekenen’ om mezelf bij de les te houden. De regen die vanmorgen vlak voor mijn start nog gestaag uit de hemel viel, lijkt helemaal verdwenen en de zon laat zich even zien. Het is bijna niet voor te stellen dat over enkele uren de aangekondigde onweersbuien zullen losbarsten. Na de laatste van vier prima verzorgde pauzeplaatsen voel ik wel dat het goed is dat het nu niet al te lang meer duurt. Mijn benen kunnen nog best een stuk trappen, maar ik merk dat mijn hoofd een beetje klaar is met het voortdurende focussen. Ik maak steeds meer kleine foutjes, waardoor ik mijn gekwetste rib en mijn inmiddels een beetje overwerkte buikspieren ongemakkelijk begin te voelen. Ineens verdwijnt de zon en wordt het serieus donker in het bos.

Het weiland waar ik mijn auto moest parkeren is veranderd in een modderpoel. Ik voel me opgelucht als het mijn Caddy lukt om via de glibberige helling het terrein te verlaten. Ik begin aan mijn laatste twee uur concentreren van vandaag, maar ik merk dat het weer prima gaat nadat ik me tijdens de onweersbui met de maaltijd en iets te drinken even de tijd gegund heb om na te genieten. Ondanks de bijzondere aanloop, had ik toch een prachtige fietsdag beleefd. Een fietsevenement! Ik merk dat ik me voldaan voel en ook een klein beetje trots. En gestoord. Bartje op de CruX.
@ ingefietst.nl
Hoewel het een cyclosportieve tocht was, werd er toch een uitslag opgemaakt. Uiteindelijk bleek ik 12e vrouw met een totale tijd van 9 uur, 23 minuten en 50 seconden. De gebruikte foto’s zijn van eigen makelij of gekocht via Oypo. In dat laatste geval staat de fotograaf vermeld bij de foto.