NL Gravel Series ‘Meerveld’ 2022

Het overkomt mij wel meer dat ik me ergens voor aanmeld uit nieuwsgierigheid en eigenlijk geen idee heb waar ik aan begin, maar vandaag is dat extreem het geval. Ik heb door de zenuwen de grootste moeite om het stuurbordje tussen de kabels bevestigd te krijgen. Ik verpruts daarmee een van de beschikbare tiewraps, maar gelukkig hebben mijn parkeerplaats-buren nog een bandje over. “Jij vindt het echt spannend hè,” informeert mijn buurman vriendelijk. Ontkennen heeft geen zin. Ik vind het keispannend. Ik ga meedoen aan mijn eerste gravelrace en ik heb geen flauw idee of ik me moet voorbereiden op een soort van onverharde wegkoers, een mountainbikemarathon op de crosser of op een verlengde cyclocrosswedstrijd. Ik twijfel of ik de camelbak zal gebruiken of een bidon. Ik neem in elk geval een gelletje en een reepje mee.

De parcoursverkenning past volledig bij mijn hoofd van dat moment: chaos. Men is nog niet volledig klaar met het afzetten van de 10 km lange ronde, waardoor ik samen met andere renners gezellig verkeerd rijd, een stuk mis en een deel tegen de richting in blijk te verkennen. Op zich word ik daar wonderwel niet onrustiger van. Het fietsen helpt de focus te vinden en bij alles wat ik ontdek tijdens de verkenning constateer ik: dit kán ik! Zandpaden, grindstroken, stukje bij een boer over het erf, door een bos, klein stukje asfalt; stoempen en stofhappen in een nu al warme zomerzon.

Eerst vertrekken de mannen en enkele minuten daarna zullen wij vrouwen van start gaan voor onze zeven ronden koers. Dat betekent dat ik ongetwijfeld ergens door de mannenkoers ga worden gelapt, maar daar houd ik me nu nog maar even niet mee bezig. We zijn met dertig vrouwen en als ik om me heen kijk is het gezelschap zeer divers, zowel wat betreft leeftijd als discipline. Ik herken vrouwen van de cross, van de weg, maar ik zie ook mountainbikesters op een gravelfiets. Wat gaat dat zijn zo meteen? Aangezien het mijn eerste keer is en ik nog geen punten heb, kom ik op de laatste startrij. In een zenuwachtige stilte wachten we op ons moment. En we zijn weg!

Alexander Tromp Photography

De aanloop naar de eerste gravelstrook blijkt direct vechten voor een plekje. Doordat ik ergens in mijn hoofd een cross-start verwacht had, valt me de hectiek nog soort van mee, maar al mijn concentratie is wel direct noodzakelijk om me een beetje netjes in de groep te handhaven. Naar links, eerste onverharde stuk. Nu barst het echt los. Ik zit op een redelijke plek. Ik kan zelfs bij de rechte stukken verder het bos in nog wat opschuiven, maar raak bij de meer-dan-haakse-bocht naar rechts het asfalt op weer wat plekken kwijt. Hier trekken de wegrensters het gas open tot ver in de veertig en ik moet moeite doen om mijn slordige bocht weer bij te trekken, maar het lukt. Het 40T-voorblad op mijn CruX voelt op dit soort stukken toch wat aan de kleine kant. Haakse bocht naar links, weer gravel op, rollen over steentjes. Het trekt wat uit elkaar, maar ik houd vol. Weer een haakse bocht, maar nu onverhard. Hier valt nog wat te verbeteren. Opnieuw laat ik het wiel voor me te ver los en moet ik mijn best doen om er weer in te komen. Wind mee helpt me daarbij. Na de tuinderij en het boerenerf volgt een stuk met wind tegen. Ik merk dat ik niet echt een goede plek heb, maar voel niet de luxe om een betere te gaan zoeken. Ik ben blij nog net aan het inmiddels uitgerekte pelotonnetje te hangen. Ik zie dat het nu op meerdere plekken breekt. En dan is de eerste ronde klaar. Nog zes.

Als ik het stuk bos wil gebruiken om wat op te schuiven voel ik ineens een stekende pijn in mijn linkerwang, precies onder de rand van mijn fietsbril. Een bij? De pijn is te doen, maar ik ben even flink uit mijn concentratie. Een onhandig spoor. Een te late reactie. En ik fiets in niemandsland. Bij de meer-dan-haakse-bocht die ik mogelijk nog slechter neem dan de eerste ronde, kan ik aanhaken bij een klein groepje dat me passeert. We werken netjes samen, maar ik merk al snel dat ik sterkere benen heb dan de meesten uit dit groepje en dat het groepje voor ons uitloopt. Ergens in de derde ronde ga ik er maar voor: gas erop! Het wordt een soort tijdrijden op gravel en het motiveert me als ik merk dat ik solo het in de verte rijdende groepje nader.

Alexander Tromp Photography

Dat de mannen ook aan het koersen zijn, is een tijdje in mijn hoofd op de achtergrond gebleven, tot ik ergens in mijn graveltijdrit word gepasseerd door een groepje koersende mannen: “Hee, Inge! Lekker bezig!” Ik realiseer me dat ik weliswaar ‘lekker’ maar niet heel handig bezig ben. Hoeveel ronden race ik nu al solo? Ik kan beter met de mannen meeliften! Deze eerste groep is weg, maar ergens bij een volgende groep mannen probeer ik het een stukje. Helaas houd ik na al dat kopwerk hun tempo niet lang vol en los weer. Ik krijg wel gezelschap van een andere dame, die dezelfde trein had genomen. We bundelen onze krachten en het lukt om aan te sluiten bij het groepje vrouwen dat ik al een aantal ronden in het vizier heb.

In eerste instantie sneaken wij ons met z’n tweeën in het laatste wiel, maar dit groepje werkt redelijk samen. Als ik een beetje op adem ben van mijn lange solo-periode, doe ik mijn best om netjes mee te draaien. Het is werken, maar het gaat goed. Ik verbaas me over wat mijn lijf nog wil in deze fase. Drinken heb ik, zeker voor deze temperaturen, slecht gedaan. Ik kwam niet verder dan af en toe op asfaltstukken een slok uit mijn bidon. Eten had ik eigenlijk in mijn solo-gedeelte even moeten doen, maar toen gunde ik me de tijd niet en nu ís die tijd er gewoon niet. Door! Deze groep jaagt op het groepje daar weer voor. Als ook deze groep wordt gepasseerd door een mannenpelotonnetje, ben ik niet alert. De meeste dames haken aan, maar ik reageer te laat. Weer niemandsland.

Aangezien de kop van de vrouwenkoers me nog niet heeft gelapt bij het passeren van de streep, verwacht ik een bel voor mijn laatste ronde, maar de wedstrijdleiding oordeelt anders. Ineens is het klaar. Even voelt dit beroerd: als ik geweten had dat dit mijn laatste ronde was, had ik er nog een klap op gegeven, nu zat ik nog met voor tien kilometer in de reservetank. Dat gevoel is er maar heel even, want eenmaal gestopt voel ik hoe kapot ik eigenlijk ben. Ik rij een stukje uit met de renster die vlak na me finisht. “Zo! Wat wàs dit!?” vat zij haar eerste gravelrace samen. Ik ben het helemaal met haar eens.

Op het terrein zorgen muziek, bier en barbecue voor een sfeer alsof we zojuist een recreatieve gravelrit hebben gereden. Het was echter wel degelijk koers. Ik blijk 15e te zijn geworden en net als in de cross levert dat een envelopje met inhoud op. Ook heb ik punten gescoord in deze serie onderweg naar het NK Gravel. Langzaam dringt het tot me door wat ik zojuist allemaal heb beleefd. Ik weet nog steeds niet hoe ik het moet classificeren, maar wel dat ik dit zeker nog eens wil doen!

©️ ingefietst.nl

Helaas heb ik op de datum van de race in Banholt andere verplichtingen en wordt de race in Vorden afgelast. Het zit me niet mee: in de week van het NK in Epe word ik geveld door de griep. In 2023 kan ik hopelijk vanaf het begin meedoen met deze races in de NL Gravel Series.

Één reactie Voeg uw reactie toe

Ik nodig je uit om te reageren:

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s