Hoewel buienradar, weeronline en de weerapp van mijn telefoon eensgezind beweren dat het buiten droog is, leert een blik uit het raam dat de realiteit anders is: het motregent gestaag. Ik weet dat er de komende dagen niet veel terecht gaat komen van fietsen in de buitenlucht wegens werkzaamheden en aangezien ik inmiddels al in mijn fietskleding sta, besluit ik om toch maar te vertrekken. Een rustig rondje toeren ligt in de bedoeling, want een krachttraining kan ik deze week nog wel ergens in de avonduren binnen doen. Een harde wind maakte een rustige training met lage hartslag echter vrijwel onmogelijk, tenzij ik in noordoostelijke richting zou vertrekken en me na een kilometer of honderd met de wind meewaaien zou laten ophalen.

Als ik eenmaal een plan heb, ben ik daar erg moeilijk weer vanaf te brengen, zelfs niet door mezelf. Ik had me dit seizoen voorgenomen om eens wat vaker richting de Veluwe te gaan. In dat gebied kom ik vrijwel alleen met toertochten of met TC de Liemers, terwijl het helemaal niet zo ver van mijn woonplaats af ligt. Een paar dagen geleden had ik tijdens mijn correctiewerkzaamheden voor school mezelf beloofd dat ik op mijn eerstvolgende vrije dag eens die kant op zou gaan. Ik zou over de brug bij Doesburg naar de Posbank kunnen rijden en daarna via de brug bij Velp weer retour. Afgezien van de motregen leek dat vandaag windtechnisch zelfs een heel goed plan, want op die manier had ik de wind op de heen- en terugweg opzij en zou ik tijdens het tegenwindgedeelte in de luwte van de Veluwe rijden.
“Misschien was dit bij nader inzien niet zo’n goed plan vandaag.”
Onderweg naar Doesburg bleek dat een grove inschattingsfout. Het waaide veel harder dan ik gedacht had en hoe meer ik in de open stukken reed, des te meer voelde ik dat ik op dat moment best blij zou zijn geweest met wat extra kilo’s, zowel aan mijn fiets als aan mezelf voor enige stabiliteit. De oversteek van de IJssel bleek een lastig klusje. Ik was blij dat ik door de werkzaamheden aan de brug het fietspad aan de linkerzijde moest gebruiken, zodat ik bij een onverwachte rukwind in de tent van de stratenmakers zou worden geblazen en niet over de reling. Misschien was dit bij nader inzien niet zo’n goed plan vandaag. Ik was het water echter nu al over, dus ik zou er hoe dan ook weer overheen moeten naar huis en dat kon dan net zo goed via die andere brug, vond ik. Bovendien was het inmiddels gestopt met motregenen. Het gedeelte na de brug was zo mogelijk echter nog lastiger en ik was opgelucht toen ik op de Zutphensestraatweg de wind pal tegen kreeg. Het was funest voor mijn snelheid en mijn hartslag piekte al snel richting het maximum, maar het was een stuk gemakkelijker om op het fietspad te blijven.
“Na het aangename stuk klimmen kreeg ik in het open gedeelte de wind weer vol op kop. Ik moest behoorlijk doortrappen om nog enigszins vooruit te komen in de afdaling…”
In het plaatsje De Steeg ging ik rechts omhoog richting Posbank en de beloofde luwte was daadwerkelijk aanwezig. Even was er een relatieve rust, terwijl door de bomen hoog boven me het gegrom van de storm hoorbaar was. Na het aangename stuk klimmen door de holle, beboste weg kreeg ik in het open gedeelte de wind weer vol op kop. Ik moest behoorlijk doortrappen om nog enigszins vooruit te komen in de afdaling, waardoor volgens mijn hartslag de Diepesteeg en de Beekhuizenseweg samen één lange klim waren vandaag. Heel even dacht ik erover om mijn oorspronkelijke plan om een aantal omloopjes door het gebied te maken toch nog door te zetten. Het natte wegdek en de afgewaaide rommel van de bomen in de afdalingen lieten me echter zien dat inkorten van de route waarschijnlijk verstandiger was. Ik kon mezelf er tenslotte van overtuigen dat de brug bij Velp vandaag met een enorme bak zijwind beter niet in afgematte toestand geslecht kon worden.

Onder in de beugels, met mijn neus op het stuur mezelf klein makend om maar zo veel mogelijk onder de vangrail van de snelweg te kunnen wegduiken, maar vooral doortrappend wist ik het einde van dat fietspad over die brug te bereiken zonder al te veel van mijn lijn af te wijken. Dat bleek op de Lage Aalburgerweg, zonder de bescherming van een reling en met sloten aan beide zijden van het weggetje een stukje lastiger. Twee keer moest ik vol in de remmen om te zorgen dat ik niet in de sloot zou belanden en bijgevoegde foto van Geraint Thomas tijdens Gent-Wevelgem 2015 is meermalen in mijn gedachten geweest. De wind blies zo hard van opzij, dat ik er min of meer schuin in kon gaan hangen. Helaas was die wind vlagerig, zodat ik soms mijn ‘steun’ opeens kwijt was en heel snel moest reageren. Van een rustig tochtje was al met al vrijwel nergens sprake geweest. Eenmaal thuis was ik toch blij dat ik even heerlijk in de buitenlucht gefietst had, maar was tegelijkertijd opgelucht dat ik dit zonder duiken in sloot of berm en zonder ongeplande ontmoetingen met tegenliggers had volbracht. Het was beslist verstandiger geweest om gewoon binnenshuis een uurtje of wat op de spinfiets te gaan zitten. ‘Maar dat was ook een stuk minder leuk geweest’, denk ik er stiekem achteraan.