Bij het ontwaken voel ik aan alles dat ik geen twintig meer ben. Bij een poging mijn bed uit te komen word ik er aan herinnerd dat ook ‘dertig’ en zelfs ‘veertig’ al enige tijd tot het verleden behoren. Mijn hele lijf doet zeer. Eigenlijk voel ik elke spier in mijn lichaam, maar vooral die in mijn nek, armen en buik protesteren hevig. Ik had me van tevoren niet erg druk gemaakt om het feit dat ik dit weekend een ‘dubbel’ zou hebben: op zaterdag een mountainbikewedstrijdje bij de Veluwse Winter Competitie gevolgd door een veldrit op zondag. Toen ik enkele maanden geleden twee veldritten in een weekend had, eerst in Apeldoorn en vervolgens de dag erop in Doetinchem was het namelijk niet mijn oude lijf, maar mijn materiaal geweest, dat het liet afweten: na de veldrit in Apeldoorn bleek het balhoofd van mijn Ridley dusdanig stuk, dat ik de cross bij de Zwaluwen in Doetinchem op mijn mountainbike heb gedaan.
Ik inspecteer mijn scheen. Dat is het eerste positieve bericht op deze ochtend: die lijkt niet blauwer of dikker dan gisteravond. Ik schat in dat die huisartsenpost niet nodig zal zijn en overweeg om mijn oorspronkelijke plan gewoon door te zetten: over een paar uur deelnemen aan de laatste cross van het seizoen bij de GOW in Aalten. Terwijl ik ontbijt maak, spring ik tussendoor wat op en neer om te testen hoe mijn scheen deze vorm van belasting verdraagt. Ik hoop heel hard dat er niet veel loopstukken in het parcours in Aalten zitten. Ik moet mezelf er op wijzen dat het allemaal niet zo nodig hoeft. Voor mijn positie het algemeen klassement maakt het niet uit of ik vandaag heel erg mijn best ga doen of achteruit ga fietsen. Toch vind ik het belangrijk om te gaan. Ik wil dit seizoen netjes afsluiten samen met de dames, die ervoor gezorgd hebben dat ik mijn eerste seizoen op een crosser als superleuk heb ervaren.
In Aalten lijkt het parcours in eerste instantie aan mijn wens van die ochtend te voldoen: er zijn geen plankjes, balkjes of trappen en het ziet er naar uit dat alles al fietsend te doen is. De straat op en neer inrijdend had ik al gemerkt dat gewoon fietsen prima ging met mijn beurse scheen. Bij een verkenningsronde begin ik in het hard bevroren weiland, waar nog wat sneeuw ligt. Ik krijg daardoor toch wat bedenkingen. Bij elke hobbel doet mijn scheen verschrikkelijk zeer, samen met al die spierpijn, die ik stiekem ook nog voel. Wat een stom plan. Gelukkig gaat het in de Ringkampsbulten beter. Afgezien van een ijsplaat, die me in een bocht verrast, begin ik er zelfs plezier in te krijgen. Er zijn voldoende stukken rechtuit om te zorgen dat ik mijn gebrek aan techniek steeds wat kan compenseren met lompe snelheid. Dit systeem zorgt ervoor dat ik ook in mijn laatste wedstrijdje geen laatste hoef te worden.

Ik start voorzichtig in dat weiland en als ik ook nog een dame voor me keihard in een bocht onderuit zie gaan, besluit ik dat “vandaag niet vallen” mijn voornaamste doel zal zijn. Ik moet een paar dames, waar ik vorige week nog bij kon blijven, langzaam laten gaan, maar ik blijf ook een aantal vrouwen voor. Ik geniet van het stukje over de bultjes en van het onverharde rechte stuk, waarop ik steeds weer probeer dichter bij mijn voorgangster te komen. Met nog enkele ronden te gaan bereikt mijn positie in de wedstrijd een soort status quo: ik kom tot de conclusie dat ik niemand meer ga inhalen, maar het gat met de rest achter mij is inmiddels dusdanig groot, dat ik, mits ik gewoon blijf fietsen, ook niet meer gepasseerd zal worden. Ik heb mijn lijf lekker los gereden en van de pijn van die ochtend is al fietsend niet veel meer te merken. Ik moet toch eens onthouden dat ik van fietsen vrijwel altijd opknap. Ik geniet solo van mijn laatste veldrijdmeters van dit seizoen. Ik ben blij met de aanmoedigingen van bekenden, onbekenden en van de mensen, die ik tijdens dit seizoen via de GOW heb leren kennen. Dit betreft vooral spontane ouders van deelnemende meiden, die ook mijn rugzakje wel bij zich wilden houden, de enthousiaste fotografen, die elke week hun materiaal zo snel mogelijk online zetten om te delen en er wordt ook een behoorlijk serieus videoverslag gemaakt van een aantal wedstrijden.

Het voelt apart, de finish van vandaag. Het zit erop. Mijn doelen gehaald. De doelen van vandaag van “niet vallen” en “het is niet nodig om laatste te worden” (14e) zijn bereikt, maar ook het rijden van minimaal de vereiste zeven crossen in deze serie. Dat werden er uiteindelijk acht, waarvan zeven daadwerkelijk op de veldfiets. Ik heb het als “oud wijf” gewoon gedáán: een hele competitie in een voor mij nieuwe fietsdiscipline. Uiteindelijk eindig ik in het algemeen klassement op een 21ste plaats in een lijst van 60 vrouwen. We bedanken elkaar bij de finish voor een mooi seizoen. Wat mij betreft gaat dit een vervolg krijgen! Ik heb erg genoten van de laagdrempelige wedstrijden van de GOW, de diversiteit in parcoursen, de mensen en van de crosser. Er is nog wel wat werk te doen, zeker op het gebied van mijn techniek als het om veldrijden gaat, maar als ik iets het afgelopen seizoen heb ervaren, is dat ik nog niet te oud ben om te leren!
© ingefietst.nl
2 reacties Voeg uw reactie toe