De georganiseerde fietsweekenden van Trans Limburg voor zowel racefiets als mountainbike kennen een briljant concept: voor een kleine tweehonderd euro krijg je twee hotelovernachtingen met ontbijt, wordt je bagage vervoerd en krijg je voor drie dagen GPS-tracks mee en eventueel een leentoestel als je zelf niet beschikt over een navigatieapparaat. Kleine ongemakken dien je onderweg zelf te verhelpen, maar als er echt sprake is van een calamiteit kun je de organisatie om hulp vragen. Voor onze groep van negen leden van TC de Liemers leek het een ideale opzet voor een eerste clubreisje voor de mountainbikers en voor mij persoonlijk leek het ook een goed plan om eerst maar eens een Trams Limburg zonder brokken te volbrengen voor ik me ooit voor iets stoers als een Trans Alp zou gaan aanmelden.

We zouden aardig aan de bak moeten: op de eerste dag een rit van 65 km met 1200 hms, op dag twee bijna 80 km met 1500 hms en op de laatste dag nog even bijna 75 km met 1700 hms. We vertrokken de eerste dag vanaf de Amstel Gold Race Xperience in Valkenburg om via een enorme omweg via Gulpen en rondom Margraten enkele kilometers vanaf de startlocatie in Valkenburg in het plaatsje Geulhem bij het hotel aan te komen. De tweede dag ging het zuidwaarts richting de overnachting in Noorbeek, via een lus om Sint-Martens-Voeren en op de laatste dag zigzaggend via het Vijlenerbos en rondom Gulpen weer terug naar Valkenburg, waar we hartelijk werden ontvangen met een drankje en een certificaat.
Er waren meer deelnemers, zowel op de racefiets als op de mountainbike. We konden echter gewoon met ons eigen clubje samen rijden. Soms troffen we onderweg wel eens andere mountainbikers, maar over het algemeen waren de tracks zeer rustig. Ik herkende zo nu en dan delen uit de routes van de Mergelheuvelland Tweedaagse, maar in tegenstelling tot tijdens dat evenement, waren er nu eigenlijk vrijwel geen andere fietsers op deze wegen. Meestal werkte de routering via GPS prima. Het was wel opletten als de satellietontvangst even minder was, de paadjes zoals op de Cauberg dicht bij elkaar lagen of als we in een rappe afdaling opeens af moesten slaan. Op het laatst hebben we bij Valkenburg zo ook een afslag gemist, waardoor we dwars door het centrum terugreden naar de Amstel Gold Race Xperience, wat gezien de enorme drukte aldaar absoluut onhandig was.

Wat mountainbiken betreft had de organisatie zijn best gedaan om alles wat Limburg te bieden had erin te stoppen. We moesten stevig klimmen over diverse ondergronden, werden beloond met snelle, maar soms ook behoorlijk tricky afdalingen door lastige grindgeulen en slingerden over bospaadjes met zo nu en dan bijzondere hindernissen. Ik herinner me een donker en modderig tunneltje, diverse trappen, zowel op als af en verschillende waterpassages, die zowel dwars door het stroompje als over een bruggetje genomen konden worden. Ook moesten we onze fietsen zo nu en dan over veehekjes tillen. Daarnaast waren er een heleboel zandpaden in de stijl van “Dagboek van een Herdershond” waarover ik in mijn gedachten kapelaan Erik Odekerke op zijn fietsje zag slingeren. We hebben zoveel onverhard gereden in die drie dagen, dat ik op een gegeven moment de indruk had dat er amper verharde wegen waren in Limburg.

Als groep was dit een mooie belevenis. Hoewel er op de fiets best hard gewerkt moest worden, maakten we er wel een uitstapje van. We namen per dag een keer of twee rustig de tijd om ergens van de route af een terras op te zoeken om wat te eten en te drinken. Bij aankomst in het hotel werd er steeds uitgebreid nagepraat over de dag en zochten we een gezellig restaurantje uit voor de avondmaaltijd. Onderweg hadden we af en toe wat materiaalpech variërend van lekke banden –natuurlijk had de enige 26er in ons midden maar liefst drie keer lek, zodat we al snel door de reservebandjes van dit type heen waren- tot problemen met schakelmechanismen. Ik merkte dat ik met 1×11 me in principe overal kon redden in Limburg, maar dan moesten ze het wel alle 11 doen en dat was op een gegeven moment opeens niet meer het geval, toen het mechaniekje op mijn stuur het liet afweten. Gelukkig wist Marco dit onderweg te verhelpen.
Het mountainbiken zelf vond ik uiteindelijk helemaal geweldig, hoewel ik niet meteen met de juiste mindset van start ging. Ik herinner me hoe ik de eerste afdaling met veel los grind volledig bevroor op de fiets en met moeite beneden kwam met het angstzweet in mijn bilnaad. Dit gebeurde me een tweede keer bij de onverharde afdaling van de Keutenberg en toen ik bij een soort “kuil-van-Haaksbergen” in een bos weer verlamde was ik mezelf zat. Dit zou een verschrikkelijk lang weekend gaan worden als ik niet ergens die knop om wist te krijgen. Nadat ik eerst serieus overwogen had om door die kuil heen te gaan lopen was ik dusdanig kwaad op mezelf, dat ik me eindelijk zover kreeg: ik nam een aanloopje terwijl ik voelde dat mijn hart als een malle tekeer ging en ik besloot het gewoon te doen. Het lukte prima, het voelde goed en daarna was ik erdoor. En niet alleen door die kuil. Ik kreeg steeds meer vertrouwen in de afdalingen met los grind, handigheid in het kiezen van een route als er een diepe geul in zo’n pad zat en sprong soms in volle vaart over oneffenheden heen. Sommige zeer technische dingen blijven voor een volgende keer, maar dit voelde al heel gaaf, alsof ik in een soort driedaagse cursus een stuk beter had leren mountainbiken. Dat gevoel verdween gelukkig niet, toen ik niet uit een moddergeultje kon wippen en simpelweg omkukelde in een brandnetelveldje. Ik heb heel hard om mezelf moeten lachen, maar foei, wat heeft dat gejeukt.
Al met al was Trans Limburg een prachtig driedaags mountainbikeavontuur en wat mij betreft is iets dergelijks voor herhaling vatbaar. Of ik al toe ben aan die Trans Alp? Misschien. Dan moeten er denk ik wel twee voorbladen op mijn mountainbike.
© ingefietst.nl
Cor heeft wat bewegende beelden van onze Trans Limburg samengevoegd tot onderstaande compilatie op youtube:
Één reactie Voeg uw reactie toe