Soms heb ik zo’n fietsdag. Het begon al met een boel onrustig gedoe vlak voor vertrek. Ik was vroeg opgestaan om rustig de tijd te kunnen nemen voor alle noodzakelijke ochtendrituelen en ik had de avond ervoor alles al klaargelegd. Toch bleek de sportbeha, die ik aan wilde nog niet droog en moest ik op zoek naar een andere. Vervolgens bedacht ik me dat het wel een goed plan zou zijn om naast de geplande windstopper ook een echte regenjas in de Camelbak te proppen, waardoor een en ander opnieuw moest worden ingepakt en natuurlijk moest ik net toen ik alles aan had en wilde vertrekken nog heel nodig naar het toilet. Zo moest ik me uiteindelijk toch nog haasten om dusdanig op tijd op de MTB naar Zevenaar te vertrekken, dat ik op de vroege ochtend niet meteen in mijn maximale hartslag zou hoeven klimmen om op tijd bij de gesproken plek te zijn.

Vandaag stond een tweede kennismakingsrit op het programma met een aantal leden van TC de Liemers, waarmee ik in september een meerdaagse Trans Limburg op de mountainbike zal gaan doen. Het lag in de bedoeling dat het een wat langere rit zou worden vandaag. Aangezien het weer zich vooralsnog goed leek te houden, werd met de groep het plan opgevat om de MTB-route van Oosterbeek eens te gaan verkennen. Het was lang geleden dat ik een voor mij nieuwe MTB-route had gereden en het leek me leuk om weer een route aan mijn Project Dutch Mountains te kunnen toevoegen.
We hadden ons beter moeten voorbereiden. Toen we eenmaal vanaf de Utrechtseweg bij Mariëndaal de MTB-route hadden opgepakt, slaagden we erin om al binnen enkele kilometers een paar keer pijlen te missen. Nadat we eenmaal de Amsterdamseweg waren overgestoken, waren we blijkbaar ergens overgestapt op het volgen van pijlen van een verbindingsroute en dwaalden we hopeloos af. Het verschil tussen witte, gele en witgele pijlen was in een donker bos met fietsbrillen met veelal gekleurde glazen voor ons blijkbaar te onduidelijk. Toen we eenmaal in de gaten hadden dat we zelfs helemaal bij de A50 waren hebben we maar besloten om een verbindingsweg naar de route van Rheden te zoeken om er zo toch nog een aardige tocht van te maken. De route van Oosterbeek moet een andere keer nog maar eens geprobeerd worden en dan met de hulp van een GPS-track.
Het was maar goed, dat een paar groepsleden de omgeving een beetje kenden, want als je zonder kennis van zaken pijlen gaat volgen is het nog best ingewikkeld om op de juiste MTB-route uit te komen. Er wordt namelijk bij de verbindingspijlen niet vermeld welke routes er worden verbonden en welke richting je aan het volgen bent; pijlen richting Oosterbeek, Hoenderloo, Rheden of een willekeurige parkeerplaats zien er exact hetzelfde uit. Uiteindelijk hebben we ergens bij Beekhuizen de route van Rheden opgepikt.
Ik had het zwaar vandaag. Vanaf het vertrek hadden mijn benen al stroef aangevoeld. Soms wil dat zware gevoel nog wel eens verdwijnen als ik eenmaal ben warmgedraaid, maar dat leek vandaag maar niet te gaan gebeuren, ook niet na wat aanzetten op de korte venijnige klimmetjes om de boel wat te prikkelen. Tot overmaat van ramp schoot ik bij een van de vele modderstukken ook weer eens in de paniekstand en het duurde een behoorlijk aantal modderplassen voor ik weer normaal kon doen. Ik had visioenen van een gebroken nekwervel van de ene fietscollega en een gebroken rib van een andere en die hielpen niet echt om de knop weer om te zetten.
Gelukkig was het onderling gezellig en ging het na de koffiepauze een stukje beter. Ik kon weer een beetje genieten van het rondcrossen op de mountainbike. Helaas barstte toen een onweer los. We besloten om bij Rheden via het pontje over te steken, maar de bui achtervolgde ons naar de overkant. De donder en bliksem bleven gelukkig boven de Veluwe hangen, maar aan de bijbehorende plensregen konden we zelfs met een kruissnelheid van zevenendertig in het uur niet ontkomen. Ik was op dat moment blij dat ik die ochtend nog even de moeite had genomen om mijn regenjasje erbij te frotten.
Vanaf Zevenaar werd het droger en ik zag dat ik, als ik nu rechtstreeks naar huis zou rijden, niet aan de 90 kilometer zou komen, waar ik wel op had gerekend. Ik was boos op mezelf vanwege die mutserige mindset wat betreft de modder. Ik vond dat ik nog een lus van Montferland moest gaan doen, gewoon om voor mijn gevoel nog wat modder te rijden, aan de 90 kilometer te komen en wat uit te mopperen. Het ging lekker, dat laatste stuk. Eindelijk. Heel even overwoog ik om de extra lus te verlengen via de Hulzenberg om er 100 kilometer van te maken, toen een volgende onweersbui zich aankondigde. Het was genoeg voor vandaag. Soms heb ik zo’n fietsdag. Van me afschrijven en snel vergeten. Bij dezen.
© ingefietst.nl