Toen de mogelijkheid zich aandiende om zaterdag 19 september 2015 de 70 km route van de Mergelheuvelland Tweedaagse op de mtb te rijden was ik enthousiast. In 2012 had ik ook aan dit goed georganiseerde evenement meegedaan en het leek me een mooie gelegenheid om weer eens in die omgeving rond te crossen. Dat het de dag was na een biologiewerkweek op Ameland, alwaar ik een van de begeleiders was van zo’n honderdvijftig leerlingen van havo-5 en vwo-6, had ik toen nog niet zo over nagedacht. Het was de hele week echter behoorlijk slecht weer geweest met dusdanige hoeveelheden regen, dat er een reële kans was dat mijn fietsmaatjes het uitstapje naar Limburg zouden cancelen. Vrijdagavond in de bus naar huis begon ik daar met een enorme vermoeidheid in zowel hoofd als lijf zelfs een klein beetje op te hopen. Het appje van Norbert “Ik kom je morgen om 5.45 uur ophalen” deed me beseffen dat op die zaterdag toch echt om 5.15 uur mijn wekker zou gaan. Niet teveel over nadenken. Thuis de rommel van Ameland in de wasmachine, alles voor het fietsen klaarleggen en een paar uur slaap pakken. Ik hoefde in elk geval niet zelf te rijden, zodat ik uiteindelijk in de auto ook nog een beetje heb kunnen slapen.
“Ik moest de nodige moeite doen, om niet ergens op een schuin lopend modderpad met fiets en al onder het prikkeldraad door te glijden.”
Aangekomen in het weiland nabij Libeek, dat als parkeerplaats was ingericht, kon ik nog steeds niet echt zeggen dat ik er veel zin in had. Het was echter droog en het gezelschap van Theo, Wilfried, Norbert en Edwin was prima. Ook heel fijn was het feit dat er zelfs op dat parkeerterrein al toiletten waren, zodat ik enigszins op de automatische piloot maar toch vrij vlot klaar was voor de start. In de tent bij start/finish was er een gemoedelijke sfeer en na wat prutsen met speldjes en tiewraps om zowel een stuurbord als een rugnummer te bevestigen konden we op weg. In het begin kon nog redelijk om modder en plassen heen gestuurd worden, maar al snel bleek dat er toch behoorlijk zompige delen in het parcours zaten, die de nodige behendigheid vergden op de vroege morgen. Ik baalde ervan dat ik geen tijd had gehad afgelopen week om andere banden te monteren, zodat ik met amper profiel op de ‘fast-trak’ voor en nog minder profiel op de ‘renegade’ achter de nodige moeite moest doen om niet ergens op een schuin lopend modderpad met fiets en al onder het prikkeldraad door te glijden. Er was ook een pluspuntje aan het weinige profiel: met wat minder lucht in de banden had die leemachtige grond niet veel kans om zich permanent vast te hechten tussen de noppen, waardoor mijn geringe grip in de loop van de dag in ieder geval niet nog verder afnam.

“…in ieder geval elke keer wanneer er zich een typisch U-vormig veehekje aandiende. Bij die hekjes moest de fiets tot boven mijn hoofd worden opgetild, zodat ik mezelf met mijn borst door het hekje kon wurmen.”
Het fietsen ging wonderwel prima. Ik had nauwelijks last van mijn ribben en ondanks het slaapgebrek voelden mijn benen goed in de klimmetjes. Het 32-voorblad, dat ik voor Sauerland al op de 1×11 had gemonteerd, was hier ook ruim voldoende. Toch moest ik zo hier en daar van mijn fiets, soms om een glijpartij te voorkomen of onder een boomstam door te kruipen, vaak door drukte op een smal pad en in ieder geval elke keer wanneer er zich een typisch U-vormig veehekje aandiende. Bij die hekjes moest de fiets tot boven mijn hoofd worden opgetild, zodat ik mezelf met mijn borst door het hekje kon wurmen. Bij elk hekje was ik weer blij met het geringe gewicht van mijn Epic. Al vrij snel na de start was men zo creatief geweest om een soort rioolbuis in de route op te nemen en ook dat stond garant voor wat sjouw- en klauterwerk, vooral omdat bij de toegang via wat betonblokken over het water heen gestapt moest worden en het in de buis tot halverwege aardedonker was. Een eindje verderop was een breed stroompje, waar achteraf gezien best doorheen gefietst had kunnen worden, maar waar ik jammer genoeg de kudde gevolgd had over het ernaast gelegen overbevolkte houten bruggetje.
Na de uitstekend ingerichte en van alle gemakken voorzien zijnde eerste pauzeplaats besloten we met ons vijftal om ergens in twee groepen te gaan splitsen. Norbert had wat last van zijn heup en had het plan om nabij de E40 een stukje van de route af te snijden. Zowel Wilfried, die ook een zware week gehad had op het werk, als ik vonden het helemaal niet erg om met hem mee te gaan, terwijl Edwin en Theo de complete route gingen afleggen. Norbert had de route in zijn Garmin, waardoor het erg gemakkelijk bleek om bij die snelweg een lusje over te slaan en de route weer op te pikken. We konden hierdoor kort genieten van de relatieve rust op de route, totdat bij de tweede pauzeplaats de 35 km zich weer bij de 70 voegde en het weer dringen was op de smallere paadjes. Onze actie bleek de oorspronkelijke route van 70 km uiteindelijk met iets meer dan vijftien kilometer te hebben verkort.

“Norbert kreeg de melding op de Garmin dat we van koers waren. Tegelijkertijd vroegen we ons af waar Wilfried was.”
De route was uitstekend gepijld, maar bij het ‘Bois de Julienne’ hadden we toch even de nodige moeite, zoals nadien ook op de flyby van strava bleek. Er waren wat lastige stukjes afdaling tussen de bomen, die nogal steil waren af en toe. Er zat een heuse ‘kuil van Haaksbergen’ tussen, die ik zonder al te veel nadenken probleemloos nam. Tijd om uitgebreid trots op mezelf te zijn was er nog even niet, want het was erg opletten daar. Norbert en ik twijfelden bij een splitsing of we rechts naar beneden moesten of rechtdoor. Een snelle beslissing deed ons rechtdoor fietsen achter een andere deelnemer aan, maar Norbert kreeg de melding op de Garmin dat we van koers waren. Tegelijkertijd vroegen we ons af waar Wilfried was. We waren in de veronderstelling dat hij nog voor ons zat en ook rechtdoor gegaan was, maar na een paar pogingen om hem te bellen bleek hij al beneden te staan, ergens na een roodwitte slagboom. Omkeren dan maar en dus toch dat gat in duiken. Eenmaal terug bij de gemiste afslag was er net een groep aan het klungelen om dat steile pad naar beneden te komen. Ik zag er al wat tegenop om daar naar beneden te sturen, maar het feit dat al die mannen daar gingen lopen bracht me nog meer van mijn stuk. Dat lopen zag er bij nader inzien nog ingewikkelder uit dan fietsen en ik zag het even helemaal niet zitten. Een handige fietser met een Vlaamse tongval liet me zien dat het toch ook best fietsend kon en moedigde me even aan: “Gewoon achterop het zadel, gaat best” en dat was net even nodig om het knopje bij mezelf om te zetten. Die fiets op en gaan! Ging prima en eenmaal bezig was het stiekem gewoon leuk. Beneden aangekomen zagen we al snel de genoemde roodwitte slagboom, maar blijkbaar hebben we daar alsnog ergens een pijl gemist, want er kwamen op de plek, waar Wilfried uiteindelijk op ons stond te wachten, zowel mensen uit een pad van boven als achter ons aan.

Het gepuzzel in dat bos en een spectaculaire duikel van Norbert bij een overstort bleken achteraf onze enige echte slordigheden die dag. We hadden zelf geen lekke banden of andere pech, maar Wilfried en Norbert waren wel zo aardig geweest een jongeman met een gebroken ketting de helpende hand te bieden. Het was wel even wat geklungel, omdat Wilfried blijkbaar slechts over een halve schakel bleek te beschikken en de schakel van Norbert voor een 10-speed niet op de 7-speed (!!) van deze jongen bleek te passen. Je kunt een ketting echter ook repareren door de gebroken schakel eruit te prutsen en de boel weer met de nodige moeite aan elkaar te klikken, zo heb ik die dag gezien. Een kettingtool is het eerstvolgende attribuut, waarmee ik mijn reparatiekitje voor onderweg binnenkort maar eens ga uitbreiden. Het is niet ideaal, maar deze jongen kon in elk geval fietsend richting finish in plaats van lopend. Die finish bleek overigens vanaf dat punt niet eens zo ver meer. De lange klim over een wat brede zandweg, waar ik samen met Wilfried had geflauwekuld over zijn duivelse startnummer 666 en schijnbaar overmoedig allerlei volk had ingehaald, bleek de laatste geweest van deze rit. Op de daarna volgende hoogvlakte wisten we er ook nog even wat vaart achter te zetten richting eindstreep en het gezellige terrein van de start/finish.
Ik had heerlijk gefietst en dat had ik niet verwacht na die zware week op Ameland. Het was denk ik goed geweest om dat stukje af te snijden, want ik had me daardoor tot het einde toe voldoende kunnen concentreren op wat ik allemaal te sturen had op dit soms best ingewikkelde parcours. Mijn benen hadden zelfs nog energie over. Volgend jaar is de Amelandexcursie waarschijnlijk weer in deze zelfde week en de Mergelheuvelland Tweedaagse in het erop aansluitende weekend. Als ik niet hoef te rijden in de vroege zaterdagochtend en er ruim 50 km van maak in plaats van 70 is het blijkbaar gewoon mogelijk om deze zaken te combineren. Wellicht is het verstandiger om een tocht op de zondag te doen.
Tot slot een een voor mij zeer herkenbare compilatie van HDBikeVideo:
Mooie route!
LikeGeliked door 1 persoon