Aangezien mijn clubgenootjes en ik niet op startlijst blijken te staan, noteert de man onze namen haastig op een kladje. Als ik mijn fietsbril afzet om te controleren of hij onze namen juist gespeld heeft, kijkt zijn collega mij verbaasd aan: “Zo! Jij bent ook pas 25 geworden, of niet?” Ik schrik van deze opmerking. Mijn blik verraadt blijkbaar wat ik ervan vindt en hij haast zich te zeggen: “Ik bedoel respect, nee echt, heel knap hoor!” Dit helpt niet. Ik had me wat betreft mijn eerste wegwedstrijd van dit seizoen over heel veel zaken vooraf druk gemaakt, maar dat ik er misschien te oud voor zou kunnen zijn, was er tot dat moment niet één van geweest. Het is namelijk al weer even geleden dat ik een serieuze wegwedstrijd reed en ik ben onzeker over mijn huidige niveau, Ik vind zo’n heel groot peloton rensters toch tamelijk spannend en deze koers heeft heel veel bochten, die ik in onbekende wielen zal moeten nemen. En wellicht ben ik hier inmiddels dus ook wel te oud voor.
Ik sta nog bij jury in de toren de zaken te regelen als men beneden begint met het afroepen voor de start. Bijna honderd vrouwen van 18 verschillende teams uit het hele land worden er opgesteld om anderhalf uur te gaan koersen op het clubparcours van Wielervereniging Eemland in Amersfoort. Deze wedstrijd is de tweede in de competitie van “Making the Difference Ladies Cycling Circuit”, een wedstrijdserie opgezet om zogenaamde zij-instroomsters in de wielersport een impuls te geven. Toen ik tijdens een cross-training door een clubgenootje werd overhaald om ook deel te nemen, had ik nog een beetje de indruk dat het om een instapniveau ging. Nu ik tussen dat enorme aantal rensters sta met om me heen veel bekende koppies uit vooral het Elite-circuit, weet ik dat ik dadelijk serieus aan de bak zal moeten. Door al het gedoe vooraf heb ik geen tijd om echt nerveus te worden, maar als ik dan eindelijk ook aanschuif voel ik de spanning. Geen hoogdravende verwachtingen, netjes proberen mee te rijden en uitrijden. Dat lijkt me voor vandaag een hele mooie doelstelling. Als er bijna 50 ronden op het rondebord worden aangekondigd heb ik zelfs over die doelstelling een beetje pijn in mijn buik. Dat is iets van 70 kilometer koersen.

Het geasfalteerde parcours is niet al te breed en min of meer driehoekig. Na de start/finish is er een doordraaiende bocht, dan een recht stuk met gedeeltelijk klinkers, waar we de wind vol tegen hebben. Na een eenvoudige haakse bocht volgt weer stukje rechtuit maar nu met een slinger erin. Dit deel eindigt met een dubbele bocht, gevolgd door een recht stuk met een viaduct, waardoor we elke keer met vliegende vaart de start/finish passeren. Hierna schuift de boel weer in elkaar als er afgeremd wordt voor die doordraaiende bocht. Het gaat prima! Ik kan het tempo goed volgen en schuif een stukje op naar voren, alwaar ik een prettig plekje vind om te kunnen duiken voor het stuk tegenwind, maar voldoende vooraan zit om de snokken van tempowisselingen steeds zonder al te veel moeite bij te trappen. Dit kan ik! Ik maak me eigenlijk vooral druk over het feit dat ik me zeker anderhalf uur zal moeten blijven concentreren. Het is erg onrustig. Er wordt geduwd, geslingerd en geremd. Ik ben heel erg druk met alle info verwerken. Het voelt als het begin van Milaan-Sanremo, waar ik het eerste uur geen slok uit mijn bidon durfde te nemen.
Al snel zijn er rensters die worden gedubbeld en als het peloton na het viaduct om die reden een bijzondere slinger inzet, zie ik het voor me gebeuren: twee rensters smakken op de grond en enkele rensters tuimelen er vervolgens overheen. Ik kan mezelf er nog net rechts langsheen sturen. Toch gaat het mis als een renster links van me op de valpartij klapt en zij min of meer haar fiets in mijn voorwiel parkeert. “Sturen!” denk ik, terwijl ik heel hard naar een uitweg zoek, gevolgd door “Neeeeeee, niet mijn fiets…!” Het is mijn eerste echte koers met mijn nieuwe Scott Addict RC en de krassende en krakende geluiden snijden door mijn ziel. Ik blijf overeind, maar als ik in de berm tot stilstand kom, heb ik een scheef stuur, een onbruikbaar kromme remschijf en een grote kras op mijn voorvork. Om me heen is het chaotisch. Er worden shifters rechtgeduwd, wielen gecheckt en gescheurde kledingstukken gefatsoeneerd. Enkele rensters liggen nog op het asfalt en een daarvan hoor ik vreselijk hard huilen.

De koers wordt stilgelegd. De partner van een teamgenootje blijkt een momentsleutel mee te hebben. Hij zet mijn stuur recht en buigt de remschijf dusdanig bij dat mijn voorwiel in elk geval weer kan draaien. Als ik de kras op mijn vork bekijk, voel ik me verdrietig, maar dat gevoel verdwijnt snel naar de achtergrond als er twee ambulances het parcours oprijden om de zwaarst getroffen rensters mee te nemen. Ik vang flarden op over “zwaar hoofdletsel” en over wat nu verder te doen met de koers. Nog herstarten? En hoe dan? Ook in mijn brein dient die vraag zich aan: als we gaan herstarten, stap ik dan nog op? Met enige moeite had ik mezelf in de aanloop naar deze wedstrijd over wat drempelvrees heengezet om weer in een groot peloton te gaan rijden. Met deze valpartij op mijn netvlies twijfel ik ernstig of ik twee keer op één dag mijn angsten kan overwinnen. Na een kleine drie kwartier wordt toch door de organisatie besloten de koers te vervolgen. Het rondebord gaat naar 25 en de eerste 5 daarvan zullen geneutraliseerd worden afgelegd. Ik ben er voor mezelf eigenlijk nog niet helemaal uit, maar ik ben nu toch al hier en mijn fiets is toch al stuk. Enigszins mechanisch schuif ik aan bij de andere vrouwen. Heb ik er zin in? Nee. Ga ik dit doen? Ja.
Tijdens de geneutraliseerde ronden probeer ik mezelf bij elkaar te rapen. Ik focus me op mijn doelstelling en tel de ronden af. Als de koers weer wordt vrijgegeven gaat direct het gas erop. Al vrij snel staat achterin de deur open en wapperen vrouwen van de groep. Ik merk dat ik behoudender dan de eerste helft door het peloton manouvreer, waardoor ik ongewild veel verder achteraan kom te zitten dan goed voor me is. Ik heb blijkbaar een talent om juist het wiel te pakken van een renster, die van plan is om direct nadat ik bij haar ben aangesloten, haar benen stil te houden, waardoor ik meerdere malen tegen de wind in een gat moet dichtrijden. Dit begint op te tellen en de aanmoediging van mijn teamgenootje, die in mijn buurt blijkt te zitten, komt precies op een goed moment. Als ik opnieuw een gat voor me krijg, weet ik dat niet snel genoeg weer te dichten. Heel even overweeg om het op te geven. Gewoon stoppen met trappen, dan eindigt de pijn. Op het allerlaatste moment vind ik nog net dat beetje benodigde motivatie om de pijn te verbijten. Uitrijden in het peloton is het doel! Dat betekent in elk geval nu niet lossen. Ik sluit aan en stoom gelijk door, een stukje verder het peloton in. Nog tien rondjes. Nu geen fouten meer maken. De benen zijn prima, dus klaren die klus.

Bij de laatste keer het viaductje op wordt door de meute de eindspurt ingezet. Ik laat lopen en rol uit naar de finish. Ik heb het gedáán: een koers in een groot vrouwenpeloton afsluiten met een keurige pelotonfinish! Direct na het passeren van de eindstreep heb ik spijt van het feit dat ik niet toch een sprintje heb ingezet. Mijn benen hadden nog best wat power over. Nu ben ik 49ste terwijl het ook wel top 20 had kunnen zijn. Competitief ingesteld zijn is tamelijk vermoeiend. Even later overheerst gelukkig het gevoel dat ik hier heel tevreden mee mag zijn. Ik ben twee keer opgestapt vandaag, dat had ik anderhalf uur geleden niet gedacht. Een volgende keer op dit niveau durf ik me vast meer met het spelletje te bemoeien. Een volgende keer? Ha, ik moet er zelf om glimlachen. Koersen is leuk, het spelletje is leuk en ook het rondom de koers weerzien van bekenden is leuk. De tijdsinvestering, de autorit, de spanning en zelfs de “battle scar” op mijn nieuwe Addict zijn vergeten als de koers mij meeneemt naar de plek die ik ooit als volgt omschreef: “…de situatie, waarbij ik even volledig in mijn hele lijf zit, waarbij ik pijn en genot tegelijkertijd ervaar. Het ultieme gevoel dat ik leef.” Bij het inladen van mijn auto knipoogt een renster, die ik van de woensdagmiddagen in Nijmegen ken: “Maar de cross is nog leuker hè?”
© ingefietst.nl
Foto’s van de koers zijn via Miranda Nomden Wielerfoto’s.