Nulmeting

Elk jaar bereik ik steevast in januari het dieptepunt van mijn fietsvorm. Ik heb het meestal nog wel geprobeerd, maar ook activiteiten als mountainbiken, met verlichting fietsen in de avonduren of op een spinfiets gaan zitten kunnen dat noodlot blijkbaar nooit echt afwenden. Het natte weer en een valpartij eind december zorgen er mede voor dat ik ook deze januari weer als vanouds moet gaan opbouwen naar het volgende wegseizoen.

Ik besloot dit weekend maar eens om een nulmeting te gaan doen om te kijken waar ik stond. Ik had daarvoor een klimrondje gekozen van zo’n 40 kilometer met 400 hoogtemeters. Voordat ik mijn trainingsplan voor Luik-Bastenaken-Luik en de andere fietsdoelen van dit jaar serieus zal starten, ga ik mijn gemiddelde snelheid, hartslag en sufferscore op deze route bepalen. Over een paar weken wil ik deze test herhalen. Als mijn training effectief is zullen mijn sufferscore en hartslag omlaag zijn gegaan en/of mijn gemiddelde snelheid omhoog.  Om eerlijk te kunnen meten ging mijn Garmin wel mee, maar zorgde ik ervoor dat zowel mijn hartslag als mijn snelheid niet in beeld waren om al dan niet moedwillig valsspelen van mijn kant te voorkomen.

image
De Garmin alleen op het scherm met hoogtemeters. De rest wil ik vandaag NIET zien!

De eerste klimmetjes voelden stroef, maar ik hield mezelf voor dat het allemaal niet uitmaakte. Hoe slechter het vandaag ging, hoe groter mijn progressie zou kunnen zijn. Het blijft vreemd om te fietsen zonder te weten wat de snelheid is, hoewel het ook heel vrij voelt. Gewoon lekker fietsen op gevoel. Nou ja, lekker… Het is een pittige route en zelfs zonder getallen op mijn scherm zit ik toch behoorlijk mijn best te doen. Twee wielrenners in mijn vizier moeten worden ingehaald en op de Muur van Zeddam ga ik even uit mijn zadel, hoewel ik mezelf beloofd had dat niet te doen om mijn schouder en pols niet teveel te belasten.

Bij de eerste beklimming van het Peeske hoor ik een piep. Een blik op mijn Garmin leert dat ik blijkbaar vergeten ben dit live-segment uit te schakelen. Ik ben te druk met klimmen en het overige verkeer om op mijn scherm te gaan tikken, dus ik probeer uit alle macht om de boodschap te negeren. Dat lukt maar gedeeltelijk. Ik probeer stug het klimtempo van dat moment vast te houden, terwijl ik in mijn ooghoeken zie hoe mijn achterstand op QOM-houdster Sara Penton al snel meer dan een minuut is. Ik ben onderwerp van een live demonstratie van de kloofkracht van Peeskesbult. Ik hoor het deprimerende geluid dat mijn virtuele tegenstandster inmiddels is gefinisht als ik nog een behoorlijk stuk Peeske heb te klimmen, maar in mij keert de rust weer.

Eenmaal thuis ben ik best benieuwd naar de stand van zaken. Ik voel mijn benen, maar ik ben niet helemaal kapot. De sufferscore op Strava blijkt 113 en mijn gemiddelde snelheid is 27,3 km/u. Inderdaad ben ik uit vorm, maar het valt me nog niet eens tegen vergeleken met andere jaren. Vanaf hier kan het alleen maar beter worden, houd ik mezelf voor. Er is nog wel een boel werk te doen. Vandaag had ik al moeite met twee kanten Peeskesbult. Dat moet ernstig verbeteren als ik straks van drie kanten de Mont Ventoux op wil, om maar wat te noemen. Gelukkig heb ik met de voorbereiding van Alpe d’HuZes gemerkt dat ik het leuk vind om met een trainingsschema mijn vorm op te bouwen, dus vanaf nu zoals ze hier zeggen D’R AN!

©ingefietst.nl

 

Één reactie Voeg uw reactie toe

Ik nodig je uit om te reageren:

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s